Spelling vwo1 4.5 les 1

Dinsdag 10 november 
Pak een boek en start met lezen 

Instructie spelling

Even oefenen

Aan het werk 
timer
5:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dinsdag 10 november 
Pak een boek en start met lezen 

Instructie spelling

Even oefenen

Aan het werk 
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel 
Doel van de les:

Je kunt voltooide deelwoorden op de juiste manier schrijven. 



Slide 2 - Tekstslide

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin?

Ik heb sperziebonen gekocht, want ik wist niet zeker of je spinazie lust.
A
lust
B
heb
C
wist
D
gekocht

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin?

Mijn moeder moest naar het ziekenhuis rijden toen mijn vader in zijn vinger had gezaagd.
A
rijden
B
gezaagd
C
moest
D
had

Slide 4 - Quizvraag

Theorie 
Een voltooid deelwoord is nooit de persoonsvorm. 
Er staat altijd een vorm van hebben, zijn of worden bij. 

Kijk maar: 
Jij hebt de tekst gelezen.
De koning werd door het volk toegejuicht.
De gasten zijn naar huis gegaan. 


Slide 5 - Tekstslide

Let op!
Soms begint een werkwoord al met be-, ver-, ont-, of her-. Deze krijgt dan géén ge- aan het begin van het voltooid deelwoord.

Voorbeelden: betaald, verteld, ontvoerd, hersteld.

Slide 6 - Tekstslide

Theorie 
Weet je niet of het met een D of T moet?
Maak het woord langer.... Het gemaaiDE gras, dus het gras is gemaaid. 
OF
Gebruik de regel van 't Sexy Fokschaap.
Hele werkwoord - (min) en. Staat deze als medeklinker in 't sexy Fokschaap, dan schrijf je een T. 



Slide 7 - Tekstslide

Noteer het voltooid deelwoord uit de zin:
Afgelopen zaterdag hebben we de achtste verjaardag van 
mijn neefje Noah gevierd. 

Slide 8 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord uit de zin:
'We wilden naar het theater maar de kaartjes waren te duur dus toen hebben we maar een museum bezocht.'

Slide 9 - Open vraag

Route 1
Maken opdracht 3,4 (hoofdstuk 4.5 spelling)

Klaar?
Maken de opdrachten van morgen
Lezen in je leesboek 

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf nu het voltooid deelwoord met de juiste uitgang: Leren

Slide 11 - Open vraag

Schrijf nu het voltooid deelwoord met de juiste uitgang: Staken

Slide 12 - Open vraag

Dit vind ik nog een lastig werkwoord om te vervoegen.

Slide 13 - Open vraag

Maak een zin met een voltooid deelwoord. Begin de zin met een hoofdletter, eindig met een punt.

Slide 14 - Open vraag