2023_week38_2v_les2_Höraufgabe, Schwache V, Haben&sein, Quiz

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Du hast 3 min für:


Je hebt 3 min om: 

  • Jacke aus


  • Laptop geschlossen auf dem Tisch
  • Buch/ Heft/ Stift auf dem Tisch
timer
3:00
  • Als de timer is gestopt gaat iedereen in stilte bezig met de opdracht die op het bord staat.

Slide 2 - Tekstslide

Lees de Duitse tekst. Er ontbreken woorden. Kies uit de 
gegeven Nederlandse woorden en vertaal dit woord naar 
het Duits.
timer
7:00
Fertig? Schreibe Wörter von Block 2, Wörterliste
Meine 1..................................ist sehr musikalisch. Musik ist 2...............................für uns. Mein 3.................................ist Musiker und sehr gut. Er spielt Schlagzeug. Er spielt 4...................................am Samstagabend und 5.......................................spielt er auch auf einem Konzert. Ungefähr vier Mal pro Jahr. Meine 6...................................begleitet ihn, 7....................................er dann nicht allein ist. Ich habe auch eine 8..............................  Sie ist fünfzehn Jahre alt und sehr 9......................................auf die Schule. Sie kann 10..................................sehr gut singen und tanzen. Deswegen mögen alle Schüler sie. An der Schule gibt es 11...............................Auftritten, nämlich einmal pro Monat. 12................................gibt es gar keine Konzerte, weil wir in Urlaub sind.
  • Familie
  • wichtig
  • Vater
  • immer
  • manchmal
  • Mutter
  • weil
  • Schwester
  • beliebt
  • zum Beispiel
  • oft
  • jetzt

Slide 3 - Tekstslide

Was machen wir heute?
  • Lese/schreibaufgabe


  • Höraufgabe
  • Wiederholung Schwache Verben und haben & sein
  • Quiz

  • Abschluss: Hausaufgaben

Slide 4 - Tekstslide

Lernziel
  • kannst du die Regeln für Schwache Verben und die Konjugation von haben & sein benennen, dadurch dass du Aufgaben gemacht hast.
  • kannst du benennen warum schreiben so wichtig ist dadurch, dass du eine Video geschaut hast.

Slide 5 - Tekstslide

Schrijven
  • Schrijf je de woordjes op tijdens het leren?
  • Waarom zou schrijven zo belangrijk zijn?

Slide 6 - Tekstslide

We gaan zo naar een fragment kijken en luisteren.
Noteer de volgende vragen in steekwoorden in je schrift.
1. Voor welk lichaamsdeel is schrijven heel belangrijk?
2.Hoeveel spieren en gewrichten gebruik je tijdens het schrijven.
3.Welk effect heeft schrijven?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

An die Arbeit
Machen: Na klar Online 
Kapitel 1------->versterk jezelf------------>

Wie? De eerste 10 minuten in stilte, daarna
fluisterend overleggen.

Fertig? Schrijf de woordjes van de woordenlijst Block 2 herhaaldelijk op. Van NL-DU en DU-NL.
timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

De stam van een werkwoord in het Duits is?
A
de ik-vorm (ich)
B
het hele werkwoord
C
het hele werkwoord min -n
D
het hele werkwoord min -en

Slide 10 - Quizvraag

Welke uitgang krijgt -du als de stam van het werkwoord op een s-klank eindigt?
st
t
en
e

Slide 11 - Poll

Welke uitgang krijgt -du, -er/sie/es en-ihr als de stam van het werkwoord op een -t of -d eindigt?
st
t
et
e

Slide 12 - Poll

Wat is de juiste uitgang van het werkwoord spielen in de volgende zin:

Ich .................... fußball.
A
spiel
B
spielt
C
spiele
D
spielen

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste uitgang van het werkwoord suchen in de volgende zin:

Ihr ..........................einen Supermarkt.
A
suche
B
sucht
C
suchen
D
such

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de juiste uitgang van het werkwoord heißen in de volgende zin:

Meine Schwester ist lieb und sie ...................... Lisa.

A
heißt
B
heiße
C
heißen
D
heiß

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de juiste uitgang van het werkwoord küssen in de volgende zin:

Julia ................................ Romeo.

A
küsse
B
küssen
C
küss
D
küsst

Slide 16 - Quizvraag

Du...................(reden) immer über Sport.
A
redst
B
redet
C
redest
D
reden

Slide 17 - Quizvraag

..................(haben) Sie Kinder Frau Müller?
A
habe
B
hast
C
hat
D
haben

Slide 18 - Quizvraag

....................(sein) du immer so fröhlich?
A
sind
B
bist
C
seid
D
ist

Slide 19 - Quizvraag

.......................(sein) ihr lange auf der Party gewesen?
A
sind
B
seid
C
ist
D
bist

Slide 20 - Quizvraag

Er..................(haben) immer die neuesten Handy.
A
hat
B
hast
C
habe
D
haben

Slide 21 - Quizvraag

Lernziel
  • kannst du die Regeln für Schwache Verben und die Konjugation von haben & sein benennen, dadurch dass du Aufgaben gemacht hast.
  • kannst du benennen warum schreiben so wichtig ist dadurch, dass du eine Video geschaut hast.

Slide 22 - Tekstslide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 23 - Tekstslide

Hausaufgaben


  • Lernen: Wörterliste 1vx, Block 2
Duits-Nederlands en Nederlands-Duits

Slide 24 - Tekstslide

                                 TSCHÜS

Slide 25 - Tekstslide

Termine 2v1
1. Huiswerk,  zoveel mogelijk tijdens de les maken.
2. Stil zijn op de momenten dat het nodig is en de laptop gesloten op tafel laten liggen.
3. We lopen niet zonder toestemming door de klas.
4. Goede uitleg, korte uitleg.
5. Naar elkaar luisteren en lief voor elkaar zijn.
6. Huiswerk bespreken.
7. Afwisseling stil en samenwerken.
8. Je spullen bij je hebben.
9. Goed aan het werk, tijd over voor gezelligheid.
10. Altijd vragen stellen.
11. Klaar met Duits mogelijkheid leren ander vak.

Slide 26 - Tekstslide