La négation

La négation
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

La négation

Slide 1 - Tekstslide

stappenplan

1. Zoek de persoonsvorm

2. Zet ne of n' ervóór en 

het tweede deel van de ontkenning erachter.



Slide 2 - Tekstslide

La négation - de ontkenning 
Je parle français.

niet/geen = ne .... pas
persoonsvorm = parle

'ne' komt voor de persoonsvorm.
'pas' komt achter de persoonsvorm.

Je ne parle pas français.


  • Op de puntjes komt de persoonsvorm van de zin.
  • Begint het werkwoord met een klinker of h? Dan schrijf je n' in plaats van ne!

Slide 3 - Tekstslide

Maak de zin ontkennend:
Vous êtes en France.
A
Vous ne êtes pas en France.
B
Vous êtes en ne France pas.
C
Vous n'êtes pas en France.
D
Vous n'êtes en France pas.

Slide 4 - Quizvraag

Maak ontkennend:
Je regarde la télé.
A
Je regarde ne la télé pas.
B
Je ne regarde pas la télé.
C
Ne je pas regarde la télé.
D
je ne regarde la télé pas.

Slide 5 - Quizvraag

La négation - de ontkenning 
De ontkenningen:
niet, geen       = ne ...... pas
niet meer       = ne ...... plus
nooit                = ne ...... jamais
niets                 = ne .... rien
nog niet          = ne ...... pas encore
niemand        = ne... personne
    


  • Op de puntjes komt de persoonsvorm van de zin.
  • Begint het werkwoord met een klinker of h? Dan schrijf je n' in plaats van ne!

Slide 6 - Tekstslide

Sleep blauw naar rood!
niet/geen
nooit
niet meer
nog niet
niets
ne ... rien
ne ... pas encore
ne ... pas
ne ... jamais
ne ... plus

Slide 7 - Sleepvraag

La négation - de ontkenning 
Je mange beaucoup de fruits.

niet/geen = ne .. pas
werkwoord = mange

Je ne mange pas beaucoup de fruits.


  • Op de puntjes komt de persoonsvorm.
  • Begint het werkwoord met een klinker of h? Dan schrijf je n' in plaats van ne!

Slide 8 - Tekstslide

La négation - de ontkenning 
Je vais manger des frites ce soir.

niet/geen = ne .. pas
werkwoorden = vais manger
Het vervoegde werkwoord (=eerste werkwoord) is de persoonsvorm!

Je ne vais pas manger de frites ce soir.


  • Als er twee werkwoorden in de zin staan, neem je het eerste werkwoord= persoonsvorm.
  • Na een ontkenning vervalt het lidwoord en vervang je deze door 'de'. 

Slide 9 - Tekstslide

La négation - de ontkenning 
Elle est végétarienne.

niet meer = ne .. plus
persoonsvorm = est

Elle n'est plus végétarienne.


  • Op de puntjes komt het de persoonsvorm.
  • Begint de persoonsvorm met een klinker of h? Dan schrijf je n' in plaats van ne!

Slide 10 - Tekstslide

Wij zijn niet meer ziek.
A
Nous sommes plus malades.
B
Nous ne sommes plus malades.
C
Nous ne sommes malades plus.
D
Nous ne plus sommes malades.

Slide 11 - Quizvraag

Maak ontkennend:
Jullie zijn nooit ziek.
A
Vous n'êtes pas malades.
B
Vous n'êtes plus malades.
C
Vous n'êtes rien malades.
D
Vous n'êtes jamais malades.

Slide 12 - Quizvraag

Eet jij niets?
A
Tu n'manges rien ?
B
Tu n' as plus mangé ?
C
Tu ne manges pas ?
D
Tu ne manges rien ?

Slide 13 - Quizvraag

Ik eet nooit vlees.
A
Je ne mange plus de viande.
B
Je ne mange pas de viande.
C
Je ne mange jamais de viande.
D
Je ne mange rien de viande.

Slide 14 - Quizvraag

Zij is nog niet klaar.
A
Elle n'a pas encore fini.
B
Elle ne pas a encore fini.
C
Elle ne pas encore a fini.
D
Elle a n'encore pas fini.

Slide 15 - Quizvraag

Hoe zit het met:
il y a
 & 
c'est 

Slide 16 - Tekstslide

c'est in de ontkenning wordt:
A
c'est ne pas
B
c' n'est pas
C
ne c'est pas
D
ce n'est pas

Slide 17 - Quizvraag

Il y a in de ontkenning wordt:
A
n'il y a pas
B
il y n'a pas
C
il n'y a pas
D
il n'y pas a

Slide 18 - Quizvraag

Les devoirs pour jeudi:
-Faire: Ch. 4, Exercices F et G (pages 6 et 7)
-Apprendre: Voca 4-1, 4-2, 4-3

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide