V4-Kap4-19-3-Sprechen-Schreiben-Teil2-Lesen-Signalwörter

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hausaufgabe war:
Machen:
- Aufgabe 48, Seite 190 & Kopie (zie bijlage): kies 1 van de twee jobs als vrijwilliger en ga solliciteren. Vul de bijlage in en gebruik de Schreibecke op blz. 190.
- Film aussuchen und kurz vorstellen (siehe Aufgabe 25)
Lernen:
- Wörterliste 1, N-D & - Wörterliste 2, D-N

quizlet.com/886895503/4v-trabi21-kapitel4-worterliste-1-n-d-flash-cards/?i=pqxjg&x=1qqt

- Wörterliste 2, D-N

 https://quizlet.com/886897573/4v-trabi21-kapitel4-worterliste-2-d-n-flash-cards/?new





Slide 2 - Tekstslide

Wörterliste N-D, S. 200

Slide 3 - Tekstslide

Wörterliste D-N, S. 201
der Werpeprospekt =?
die Redensart = ?
entweder..., oder... = ?
herausragend = ?
verständnisvoll = ?

Slide 4 - Tekstslide

Lernziele heute: 
1) Schreiben: Ich kann in der Gruppe den perfekten Bewerbungs-Brief erstellen 
2) Sprechen: Ich kann kurz einen Film vorstellen 
3) Lesen: ich kann Signalwörter erkennen und damit Fragen beantworten

Slide 5 - Tekstslide

Machen:

- Aufgabe 48, Seite 190 & Kopie (zie bijlage): kies 1 van de twee jobs als vrijwilliger en ga solliciteren. Vul de bijlage in en gebruik de Schreibecke op blz. 190.

Fertig? 
Aufgabe 50:
=> was vermissen wir noch in der übersicht von Seite 192?
Zum Beispiel: welke functie hebben "aber" en "jedoch"?
Trage ein.

Slide 6 - Tekstslide

Zu zweit  oder zu dritt:
1) Bewerbungs-Brief zusammen kontrollieren:
=> ihr gebt den perfekten Brief ab
=> 0, 1 oder 2 Fehler? Kit Kat für die Gruppe

2) Film kurz vorstellen (siehe Aufgabe 25)

Keine Hausaufgaben gemacht?! Wörterliste 2 N-D abschreiben 
timer
8:00

Slide 7 - Tekstslide

Lesen: ich kann Signalwörter erkennen und damit Fragen beantworten
1) Aufgabe 49, Seite 192

  1. en, maar, want, of, dus enzovoort.
  2. Een signaalwoord geeft aan wat de informatie met elkaar te maken heeft. Bijvoorbeeld: oorzaak-gevolg.



Slide 8 - Tekstslide

Lesen: ich kann Signalwörter erkennen und damit Fragen beantworten
Zusammen lesen: Strategie-Text, Seite 192;
dann Aufgabe 50:
=> was vermissen wir noch in der übersicht von Seite 192?
Zum Beispiel: welke functie hebben "aber" en "jedoch"?
Trage ein.

timer
3:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Lesen: ich kann Signalwörter erkennen und damit Fragen beantworten
Lies jetzt alleine den Text und beantworde die Fragen
=> Aufgabe 50, 2 und 3
=> Aufgabe 51

Slide 11 - Tekstslide

Hausaufgabe:
Wörterlisten Kapitel 4 lernen (Seite 201):

- Wörter 2 D-N
- Wörter 2 N-D

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Aufgabe 34
a. 2
b. 5
c. 2
d. 1
e. 4

Aufgabe 35
1. Omdat de Duitse broodcultuur als Unesco immaterieel cultuurerfgoed benoemd is.
2 - door het verschillende meel dat gebruikt wordt en
   - door de verschillende gebieden met hun akkerbouw
3. Hefeteig

Aufgabe 36: C, G en H


Slide 14 - Tekstslide

Aufgabe 37
a. Weiß dein Kollege schon, wer die Sendung moderieren wird?
b. Aus einem Prospekt: ‘Große Vielfalt an handgeschnitzten Figuren.’
c. Deine Verwandten müssen ihn mit Rat und Tat zur Seite stehen.
d. Eine Auswanderung kann temporär oder auf Dauer sein.
e. Der Einsatz der Polizei war letztlich notwendig.
f. Durch Kontrollen wollen wir die Qualität unserer Produkte aufrechterhalten.
g. Die dadurch entstandenen Probleme sind ziemlich aufwendig.
h. Entweder laufen wir, oder wir nehmen die S-Bahn oder den Bus.
a. moderieren
b. Vielfalt
c. zur Seite stehen
d. auf Dauer
e. Notwendig
f. Aufrechterhalten
g. Aufwendig
h. entweder

Slide 15 - Tekstslide

Aufgabe 38
1. C
2. D
3. A
4. G
5. F
6. B
7. E

Aufgabe 39
1. Der Mensch lebt nicht vom Brot allein = Alleen van materiele zaken wordt men niet gelukkig.

2. Wes Brot ich esse, des Lied ich singe = Door wie ik betaald word, diens mening neem ik over.
3. Sich nicht die Butter vom Brot nehmen lassen = Je niet zomaar iets laten afnemen/ afhandig laten maken.
4. Salz und Brot  macht Wangen rot. = Eenvoudige voeding zorgt voor gezondheid
5. Des einen Tod, des andern Brot = De een zijn dood is de ander zijn brood.
6. Ein halbes Brot, ist besser als gar keines. = Je moet blij zijn met wat je hebt.


Slide 16 - Tekstslide