In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Lernziele heute:
Grammatik:
Ich kenne die Regeln für Verben mit Stamm auf –d, -t, oder Zischklang (Aufgabe 6+8)
Wortschatz:
Ich kann Wörter aus der Wörterliste A+ B benutzen= Aufgabe 5 und Quizlet
Slide 2 - Tekstslide
Hausaufgabe war:
Kapitel 3, online machen:
Hören: Ich kann Hörfragmente verstehen = Aufgabe 2
Wortschatz: Ich kann Wörter aus der Wörterliste A benutzen = Aufgabe 3
Lesen: Ich kann einen Text verstehen und Fragen beantworten = Aufgabe 4
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Vul de volgende regels aan: 1) stam eindigt op een s-klank: Bij du krijg je alleen een _____ achter de stam, geen _____ .
Slide 9 - Open vraag
Vul de volgende regels aan: 2) stam eindigt op een d of t: Bij du/er/sie/es krijg je eerst een _____ en dan pas de uitgang zoals bij 'wohnen'. Dit gebeurt ook bij het voltooid deelwoord
Slide 10 - Open vraag
Vul de volgende regels aan: 3) atmen (ademen), öffnen (openen), rechnen (rekenen), regnen (regenen) en zeichnen (tekenen): ook deze werkwoorden krijgen bij du, er/sie/es, ihr en bij het voltooid deelwoord een extra ____ achter de stam.
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
'Gewone' zwakke werkwoorden
ich mache
du machst
er/sie/es macht
wir machen
ihr macht
sie/Sie machen
Slide 13 - Tekstslide
Nieuw: Zwakke werkwoorden met een stam op -s of -ß
ich reise
du reist
er/sie/es reist
wir reisen
ihr reist
sie/Sie reisen
Slide 14 - Tekstslide
Nieuw: Zwakke werkwoorden met een stam op -d of -t
ich rede
du redest
er/sie/es redet
wir reden
ihr redet
sie/Sie reden
Slide 15 - Tekstslide
Nieuw: atmen, öffnen, rechnen, regnen, zeichnen
=> ook extra -e bij du, er/sie/es en ihr
ich atme
du atmest
er/sie/es atmet
wir atmen
ihr atmet
sie/Sie atmen
Slide 16 - Tekstslide
Wo _________ Sie die Getränke? [kaufen]
Slide 17 - Woordweb
Wie ____________ du? [heißen]
Slide 18 - Woordweb
Wovon ____________ ihr? [reden]
Slide 19 - Woordweb
Moeilijk
Makkelijk
Leuk
Handig
De stof vind ik...
Slide 20 - Sleepvraag
An die Arbeit:
- Aufgabe 5 auf Seite 83: Welches Wort aus der Wörterliste B passt?
- Aufgabe 6 auf Seite 85: Welches Verb passt? Achte auf die richtige Form!