Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Talent 5 - Thema 2, les 10
Talent 5 - Thema 2, les 10
Afkortingen
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Taal
Lager onderwijs
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
75 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Talent 5 - Thema 2, les 10
Afkortingen
Slide 1 - Tekstslide
Welke 3 dingen zie je hiernaast? Woord 1: 2 letters
Woord 2: 3 letters
Woord 3: 4 letters
Slide 2 - Open vraag
Welke afkortingen ken je nog?
Slide 3 - Woordweb
Wat is een afkorting?
Een verkorte schrijfwijze voor een woord of een woordgroep. Je gebruikt alleen bepaalde letters van dat woord of die woordgroep.
wc
gsm
EHBO
Slide 4 - Tekstslide
Er zijn 3 manieren om een afkorting te schrijven.
Kijk maar naar deze 3 groepen. Wie ziet het verschil?
d.w.z.
m.a.w.
enz.
nl.
o.a.
o.m.
bv.
ww.
ond.
min.
blz.
t.e.m.
km
m
gsm
pc
tv
wc
vip
MB
EUR
EHBO
VRT
BV
Zo dadelijk leren we de betekenis
van al deze afkortingen.
Slide 5 - Tekstslide
Wat betekent deze afkorting?
d.w.z.
A
dit wordt zotjes
B
dit wil zeggen
C
domme witte zeehond
D
denken we zo
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
m.a.w.
A
met andere woorden
B
maar als wat
C
moet alles weg
D
maak alles wondermooi
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
enz.
A
echt niet zo
B
even naar zee
C
enzovoort
D
enzymen
Slide 8 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
nl.
A
Nederlands
B
namelijk
C
Nederland
D
naar links
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
o.a.
A
op afspraak
B
op aarde
C
ons adres
D
onder andere
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
o.m.
A
onder meer
B
op mars
C
ons mama
D
op maandag
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
bv.
A
beste vriend
B
bij vrienden
C
bijvoorbeeld
D
boerenvereniging
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
ww.
A
waterweg
B
werkwoord
C
winterweer
D
westenwind
Slide 13 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
ond.
A
ondenkbaar
B
onder
C
ondankbaar
D
onderwerp
Slide 14 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
min.
A
minuten
B
minstens
C
mini
D
minderheid
Slide 15 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
blz.
A
bloedzuiger
B
bladzijde
C
blij zijn
D
bak los zand
Slide 16 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
t.e.m.
A
test en meet
B
tot elk moment
C
tot en met
D
tegen elke maandag
Slide 17 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
km
A
kilometer
B
kompaan
C
kraam
D
komaan
Slide 18 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
m
A
meter
B
mijn
C
meester
D
maandag
Slide 19 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
gsm
A
ga snel mobiel
B
global system for mobile communication
C
geen slecht mobieltje
D
goed samen mobiel
Slide 20 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
pc
A
personal computer
B
persoonlijke chromebook
C
parelcouscous
D
personal coach
Slide 21 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
tv
A
tel verder
B
tot vrijdag
C
tevreden vriend
D
televisie
Slide 22 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
wc
A
witte clown
B
watercloset
C
weer clean
D
wildcard
Slide 23 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
vip
A
very important person
B
vier is perfect
C
verderop is plaats
D
voor iedere persoon
Slide 24 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
MB
A
meldingsbureau
B
morgen beter
C
megabyte
D
motorbrandstof
Slide 25 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
EUR
A
Europa
B
euro
C
Europees
D
eureka
Slide 26 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
EHBO
A
eten halen bij oma
B
een hele boze opa
C
eerste hulp bij ongevallen
D
eerst het brood opeten
Slide 27 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
VRT
A
voor radio en televisie
B
Vlaamse radio- en televisiemaatschappij
C
vrije radio en televisie
D
voor roze teddyberen
Slide 28 - Quizvraag
Wat betekent deze afkorting?
BV
A
bravo
B
Belgen en Vlamingen
C
bomvol
D
Bekende Vlaming
Slide 29 - Quizvraag
Dit gaan we nu inoefenen: zowel de betekenis als de manier van schrijven.
Je moet deze afkortingen binnenkort ook instuderen.
De juf geeft dan de betekenis, jij schrijft de afkorting.
- Prowise
- WS blz. 19 - 22
Slide 30 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Afkortingen: Meer dan alleen letters
Mei 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Afkortingen en symbolen
Januari 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Spelling 4, 5 en 6
Februari 2022
- Les met
23 slides
Other languages
Secondary Education
Talent 5 - Thema 2, les 15
Oktober 2023
- Les met
20 slides
Taal
Lager onderwijs
algemene spelling
Mei 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les 2 vaktaalquiz: Geldt vaktaal ook voor geld?
November 2023
- Les met
11 slides
Project algemene vakken
Secundair onderwijs
H4 Spelling Afkortingen en symbolen
April 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Talent 5 - Thema 7, les 15
April 2024
- Les met
34 slides
Taal
Lager onderwijs