Hoofdstuk 4 paragraaf 4 Kerk en staat

Kerk
& Staat
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Kerk
& Staat

Slide 1 - Tekstslide

• Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘Het conflict in het christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben.’
• Je kan uitleggen hoe het conflict tussen pausen en Duitse keizers zich ontwikkelde.
• Je kan uitleggen hoe de verhouding was tussen pausen en Franse koningen.
• Je kan uitleggen hoe de kerk haar geestelijke macht in de samenleving vergrootte.
• Je kan uitleggen hoe de tweezwaardenleer, in Duitsland, veranderde na de Hendrik IV toch naar Canossa.
• Je kan het verloop van de investituurstrijd uitleggen.
• Je kan uitleggen waarom heren liever bisschoppen gebieden in beheer gaven dan hoge edelen.
• Je kan uitleggen wat betekent als je in de Ban gedaan wordt.
• Je kan uitleggen hoe de Franse koning een investituurstrijd voorkwam.
• Je kan uitleggen hoe de inquisitie werkte.

Slide 2 - Tekstslide

Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘Het conflict in het christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben.’

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Video

Is dit het hofstelsel of het leenstelsel, leg je antwoord uit.

Slide 5 - Open vraag

Is dit het hofstelsel of het leenstelsel, leg je antwoord uit.

Slide 6 - Open vraag

Noem een vorm van centralisatiepolitiek.

Slide 7 - Open vraag

0

Slide 8 - Video

Leg uit wat de Tweezwaardenleer ook alweer was

Slide 9 - Open vraag

Pausen en Duitse Keizers
Tweezwaardenleer: 
Wereldlijke macht: De orde in de wereld bewaren. 
Geestelijke macht: Waren verantwoordelijk voor de geestelijke gesteldheid van de mensen. 

Slide 10 - Tekstslide

Paus Gregorius VII
Paus Gregorius VII vond, als plaatsvervangers van Christus, dat de geestelijke macht boven de wereldlijke macht stond en daarom primaat had. 

De paus mocht koningen en keizers afzetten wanneer deze zondig waren. 

Slide 11 - Tekstslide

Pausen en Duitse Keizers
Voor de investituurstrijd: 
  1. Wereldlijke heersers bepaalde wie de bisschoppen werden in hun gebied. 
  2. Zij gaven deze bisschoppen een teken van waardigheid. (Investituur)

  3. https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/2/21/Mitteleuropa_zur_Zeit_der_Staufer.svg

Slide 12 - Tekstslide

Waarom waren bisschoppen ideale leenmannen voor de keizer?

Slide 13 - Open vraag

0

Slide 14 - Video

Pausen en Duitse Keizers
  1. Paus Gregorius stelt een bisschop aan in Milaan. 
  2. Keizer Hendrik IV stelt een eigen bisschop van Milaan aan. 
  3. Paus Gregorius eist dat Hendrik zich Nederig opstelt en zijn ongelijk erkent. 
  4. Hendrik weigert dit te doen. 
"Hendrik, keizer door de keuze Gods, aan Hildebrand, een nep monnik in plaats van een Paus"

Slide 15 - Tekstslide

Pausen en Duitse Keizers
  1. Door de weigering van Hendrik, doet de Paus, Hendrik in de Ban. 
  2. Zijn onderdanen kunnen dit gebruiken om in opstand te komen tegen Hendrik, Hendrik moet snel iets bedenken.
  3. Hendrik komt aan bij Canossa, op bloten voeten door de sneeuw
  4. Gregorius vergeeft Hendrik en laat hem weer toe tot de Katholieke kerk.
Spreekwoord: Gang naar Canossa: Door het stof gaan/ Je fout moeten erkennen. 

Slide 16 - Tekstslide

Beide mannen laten elkaar met rust?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Pausen en Duitse Keizers
  1. Gregorius steunt een claim van een rivaliserende keizer.
  2. Hendrik trekt met een leger naar Rome
  3. Hendrik stelt een eigen paus aan: Een tegenpaus, deze paus kroont hem tot keizer.
  4. Gregorius krijgt hulp van lokale machthebbers en Hendrik zet al plunderend op het rennen.
  5. Gregorius krijgt de schuld van de plunderingen en moet Rome ontvluchten. 
  6. Terug in Duitsland vinden de onderdanen de tegenpaus maar niets. Hendrik voelt zich genoodzaakt af te treden voor zijn zoon. 

Gregorius VII sterft in ballingschap op het Italiaanse platteland. Hendrik wordt door zijn zoon geforceerd om kort voor zijn dood te erkennen dat zijn Tegenpaus nep is. 


Slide 18 - Tekstslide

Concordaat van Worms
Hendrik V (Zoon) en de nieuwe Paus komen tot een compromis.

De Paus bepaald wie de bisschop wordt (geeft ring), de Keizer benoemt de bisschop tot leenman binnen het Heilige Romaanse Rijk (geeft staf)

Slide 19 - Tekstslide

Wie komt het beste uit de investituurstrijd, waarom?

Slide 20 - Open vraag

Innocentius III (1198-1216)
Hoogepunt van de Pauselijke macht
  • Koningen moesten scheiden
  • Franse koning moest juist trouwen
  • Engelse koning werd opgezadeld met een aartsbisschop die hij verafschuwde
  • Hongaarse rechtmatige troonopvolger zag af van de Hongaarse troon 
  • Koningen accepteerde hem als leenheer
  • Vierde Kruistocht en ketters
Na Innocentius liep langzaam de Pauselijke macht terug

Slide 21 - Tekstslide

Leg uit wat de inquisitie was.

Slide 22 - Open vraag

Macht van de Kerk
De Paus blijft de hoogste geestelijke macht: Hij bepaalde wat juist was in het geloof. 

Iedereen die van die leer afweek was een ketter. 

Slide 23 - Tekstslide

De macht van de Kerk
Om ketters te vervolgen werd er een speciale rechtbank opgericht genaamd: De inquisitie.

  1. Zij reisden door heel Europa en waren zowel aanklager als rechter. 
  2. De inquisitie mocht marteling gebruiken om achter een bekentenis te komen. 
  3. Inquisitie was ook verantwoordelijk voor het vervolgen van heksen. 

Slide 24 - Tekstslide

Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘Het conflict in het christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben.’

Slide 25 - Open vraag

Aan de slag: Huiswerk
  • Maken paragraaf 4.4.
  • Nakijken paragraaf 4.4. 

Slide 26 - Tekstslide