Thema 2, week 3 Toets (goede leerdoelen)

instructies taaltoets
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

instructies taaltoets

Slide 1 - Tekstslide

woorden thema 1
woorden thema 2

Slide 2 - Tekstslide

uitdrukkingen thema 3

Slide 3 - Tekstslide


WELK WOORD PAST ERBIJ?
A
het bezoekuur
B
de ingreep
C
de mondhoek
D
uitdrogen

Slide 4 - Quizvraag


Wat is de goede zin
A
B
C

Slide 5 - Quizvraag

Lesdoel
Ik kan woorden op alfabetische volgorde zetten.

Slide 6 - Tekstslide

Alfabetiseren
Je kijkt eerst naar de eerste letter van het woord.
appel - bezem
de a komt voor de b dus eerst appel daarna bezem.
Wanneer de eerste letter gelijk is kijk je naar de tweede letter.
aardbei - appel
De a komt voor de p dus eerst   aardbei en dan appel.
Wanneer de eerste twee letters gelijk zijn kijk je naar de derde letter.
ramen - raken
de k komt voor de b dus eerst raken daarna ramen.

Slide 7 - Tekstslide

appel
aardbei
avond

Slide 8 - Sleepvraag

ramen
raken
raden

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Tekstslide

Het meervoud van
telefoon is ....

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Het meervoud van
één bes is ....

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Het meervoud van
één muur is ....

Slide 15 - Open vraag

en - of - maar - want
dit zijn voegwoorden

- Ik poets mijn tanden en ga naar bed.
- Ga je naar bed of blijf je op
- Ik ga niet naar bed, maar mijn zus wel.
- Ik ga naar bed, want ik ben moe

Slide 16 - Tekstslide

Welk voegwoord past onder de vlek?
A
en
B
of
C
maar
D
want

Slide 17 - Quizvraag

Welk voegwoord past onder de vlek?
A
en
B
of
C
maar
D
want

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

 Thema 2, week 3 - TOETS

Slide 22 - Tekstslide