Knakken met je vingers - tekst

Het knakken van vingers
Oefenen met theorie 
Lezen H1 en H2 - Indeling van een tekst
- Tekstverbanden & Signaalwoorden 
Woordenschat H2 - woordraadstrategieen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het knakken van vingers
Oefenen met theorie 
Lezen H1 en H2 - Indeling van een tekst
- Tekstverbanden & Signaalwoorden 
Woordenschat H2 - woordraadstrategieen

Slide 1 - Tekstslide

Euhm... Ik heb ook meteen geprobeerd om mijn vingers te knakken...
Ja
Nee

Slide 2 - Poll

Volgens mij is knakken met de vingers ...
Slecht
Goed
Niet goed en niet slecht
Sowieso een afschuwelijk geluid! AARGH!

Slide 3 - Poll

Slide 4 - Video

Waar gaan we op letten?
- Oriënteren op de tekst: plaatje, titel, opvallende woorden
(waar gaat het waarschijnlijk over / wat weet ik al?)
- Indeling van de tekst: inleiding / middenstuk / slot  
- Signaalwoorden en tekstverbanden 
We gaan nu de tekst lezen. 
 Knakken met de vingers, een gevaarlijke gewoonte?
(uitdelen: opdr. 6 van H2 Lezen)  

Slide 5 - Tekstslide

Theorie: indeling van een tekst

Slide 6 - Tekstslide

Toepassen

Slide 7 - Tekstslide

Theorie: indeling van een tekst

Slide 8 - Tekstslide

timer
1:00
Welke deelonderwerpen zie je?

Slide 9 - Woordweb

Theorie: indeling van een tekst

Slide 10 - Tekstslide

Moeilijke woorden in de tekst
oh ja... die 5 woordraadstrategieën... 

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeldje uit Alinea 4
Een ‘plop’ brengt vervolgens de gewenste voldoening

Slide 12 - Tekstslide

Ziektes
Tevreden gevoel
Vervelend
Beweging die je steeds maakt zonder dat je het wilt
In verband brengen met
Voldoening (al.1)
Onaangenaam (al.4)
Associëren met (al. 4)
Aandoeningen (al.5)
Tic (al.6)

Slide 13 - Sleepvraag

Welke vraag
wordt sowieso beantwoord in de tekst?

(er zijn 2 goede antwoorden)
A
Is het knakken van je vingers schadelijk?
B
Knakken meer ouderen dan jongeren hun vingers?
C
Waar kun je je laten behandelen voor het knakken van je vingers?
D
Waarom knakken mensen hun vingers?

Slide 14 - Quizvraag

In alinea 2 staat ‘De voldoening die je voelt bij het kraken van de vingers, zit dus vooral tussen de oren.’

Welke uitspraak past het beste hierbij?


A
Dat het knakken van je vingers je langzaam gek maakt
B
Dat het knakken van je vingers door een fout in je hersens wordt veroorzaakt
C
Dat je denkt dat het knakken van je vingers een fijn gevoel is
D
Dat je het knakken van je vingers een vervelend geluid vindt

Slide 15 - Quizvraag


Bertram is gespecialiseerd in de handen (al. 2).
Heeft Bertram van nog meer dingen verstand dan alleen van handen?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Op welke woorden heb je gelet om de vorige vraag te beantwoorden ?

Slide 17 - Open vraag

Welke zin vat alinea 3
het beste samen?

Knakken met je vingers ...
A
...is een slechte gewoonte.
B
...is gezond.
C
...is niet slecht, maar ook niet goed.
D
...kan leiden tot ontwrichting en artrose.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het verband tussen
alinea 4 en 5?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
vergelijking
D
doel-middel

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de oorzaak van een triggerfinger?

Slide 20 - Open vraag

Welk tekstverband herken je aan het signaalwoord 'daardoor' in alinea 5?
A
conclusie
B
oorzaak-gevolg
C
voorbeeld
D
voorwaarde

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het signaalwoord van de conclusie
in deze alinea?

Slide 22 - Open vraag

Waar kan ik meestal de hoofdgedachte van een tekst vinden?
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot
D
In de titel

Slide 23 - Quizvraag

Probeer zelf eens een hoofdgedachte te formuleren...

(Wat wordt er gezegd over het onderwerp?
Maak daar een zin van! )

Slide 24 - Open vraag

Welke zin geeft het beste de hoofdgedachte van de tekst weer?
A
Bijna iedereen kent wel iemand die tegen knokkels aanduwt of aan de vingers trekt, om ze te knakken. (al.1)
B
De verlossing die je voelt bij het kraken van de vingers, zit dus vooral tussen de oren. (al. 2)
C
Er zijn enkele gevallen van 'knakkende vingers' die wel tot problemen kunnen leiden. (al. 5)
D
Een beetje zelf knakken met de vingers kan geen kwaad. (al.6)

Slide 25 - Quizvraag


A
Ja! Zeker weten!
B
Ja, een beetje / het begint te komen
C
Nou, ik vind het nog best wel lastig
D
Ik snap er niks van / ik had best veel fouten

Slide 26 - Quizvraag