Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Reflexieve verba
hij scheert zich
hij doucht
zij wast
zij scheert
hij wast zich
zij doucht zich
1 / 16
volgende
Slide 1:
Sleepvraag
NT2
Beroepsopleiding
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslide
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
hij scheert zich
hij doucht
zij wast
zij scheert
hij wast zich
zij doucht zich
Slide 1 - Sleepvraag
Wat is dit?
A
hij past zich aan
B
hij schrijft zich in
C
hij herinnert zich
D
hij maakt zich zorgen
Slide 2 - Quizvraag
Wat is er met dit hondje?
A
Het hondje vergist zich
B
Het hondje maakt zich zorgen
C
Het hondje verbaast zich
D
Het hondje voelt zich schuldig
Slide 3 - Quizvraag
Wat denkt de man?
A
Ik erger me aan jou
B
Ik erger jou
C
Jij ergert mij
D
Ik irriteer me aan jou
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Als het subject = wij,
hoe is de zin dan?
A
Wij kunnen je ergeren aan....
B
Wij kunnen ons ergeren aan....
C
Wij kunnen zich ergeren aan....
D
Wij kunnen me ergeren aan....
Slide 6 - Quizvraag
A
Barbapapa kan zich aan alles aanpassen
B
Barbapapa kan zich in alles vergissen
C
Barbapapa kan zich aan alles melden
D
Barpapapa kan zich om alles verbazen
Slide 7 - Quizvraag
Welk prepositie past bij:
Ik maak me zorgen .... jou
A
voor
B
om
C
in
D
aan
Slide 8 - Quizvraag
Welk prepositie past bij:
Jij verheugt je .....
je vakantie, hè?!
A
voor
B
over
C
op
D
in
Slide 9 - Quizvraag
Welk prepositie past bij:
Barbapapa en Barbamama
passen zich aan ...... een boot
A
in
B
om
C
voor
D
aan
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de goede volgorde?
A
Klopt het, dat jullie inschrijven je voor een cursus NL?
B
Klopt het, dat jullie je inschrijven voor een cursus NL?
Slide 11 - Quizvraag
En hier?
A
Heb je jij verslapen?
B
Jij hebt je verslapen?
C
Je hebt jij verslapen?
D
Heb jij je verslapen?
Slide 12 - Quizvraag
Ze belt haar baas en zegt:
'Ik bel, om te zeggen, dat.....'
A
...ik heb me verslapen
B
...ik je heb verslapen
C
...ik me heb verslapen
D
...ik heb je verslapen
Slide 13 - Quizvraag
Hoe (zich voelen) jullie?
Wij (zich voelen) verdrietig.
A
Hoe voelen je jullie? Wij voelen ons verdrietig.
B
Hoe voelen jullie je? Wij voelen ons verdrietig.
C
Hoe voelen jullie zich? Wij voelen ons verdrietig.
D
Hoe voelen zich jullie? Wij voelen zich verdrietig.
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Video
Welk verbum past bij dit filmpje?
A
zich inschrijven
B
zich vergissen
C
zich aanmelden
D
zich herinneren
Slide 16 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Reflexieve verba
November 2024
- Les met
25 slides
NT2
ISK
''ER'' prepositie en telwoord
Juni 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les 13 thema 9 Opleiding en werk
Augustus 2024
- Les met
22 slides
Dutch
ISK
H2 unité 4 appr. 5 gramm.
Februari 2023
- Les met
15 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
20181030 grammatica en woordenschat
Oktober 2018
- Les met
15 slides
Zelfstandig naamwoord groep 4 en 5
September 2016
- Les met
21 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
D8: Het weer-vakantie
Mei 2023
- Les met
12 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
24: spieren in je lichaam
April 2023
- Les met
22 slides
Wereldoriëntatie
Lager onderwijs