Theme 4 lesson 3, Quantifiers (2HV)

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

grammar

 Quantifiers

Please make notes!

Goals

- Ik weet wanneer ik:
(a) few / (a) little moet gebruiken.

- Ik weet wanneer ik: much/many moet gebruiken

- Ik weet wanneer ik:
a lot of/lots of moet gebruiken.

expressions of quantity 

" (a) few, (a) little, a lot of, lots of, much, many, "

(A) Few

A few betekent een paar (=some)

Few betekent weinig (=not many)

(A) few gebruik je bij telbare znw (countable nouns)

We need a few minutes to talk.

I have few books in my bag.

Telbare zelfstandige naamwoorden

NIET Telbare

zelfstandige naamwoorden

many

much

a few (een paar)

No need to hurry. I have a few minutes left.

Do you have a few cookies for me?

Peter doesn't even have a few Euros left.

(A) little

A little betekent een beetje (= some)

Little betekent weinig (=not much)

A little gebruik je bij ontelbare woorden (uncountable nouns)

I need a little money for tomorrow.

We have little time.

a little (een beetje)

No need to hurry. I have a little time left.

Do you have a little money for me?

Peter doesn't even have a little water left.

A lot of / lots of = veel 

Telbaar & ontelbaar

She ate a lot of chocolates.

I don't have a lot of money. 

Much and many

Much and many betekenen allebei 'veel'
Much gebruik je voor dingen die niet telbaar zijn
Many gebruik je voor dingen die wel telbaar zijn

Grammar: Quantifiers

Some / Any

Een paar, wat

Much / many / (a lot of)

Veel

(a) few / (a) little

Een paar, een beetje, weinig

SOME

ANY 

Gebruik je bij: 

- Bevestigende zinnen;

   I have some time left. 

- Vragen waarbij je een aanbod of       verzoek doet.

Can I get some help please?

Gebruik je bij: 

- Ontkennende zinnen;

   I don't have any brothers or sisters.

- In vraagzinnen (waarvan je niet

   het antwoord weet)

   Do you have any brothers and

   sisters?

niet telbare zelfstandige naamwoorden 

• little     -weinig, bijna geen
• a little - een beetje
• much - veel
• a lot / lots of - veel

telbare zelfstandige naamwoorden 

• few - weinig, bijna geen
• a few - een beetje, een paar
• many -veel
• a lot / lots of - veel

some   - enige /enkele/ een paar   (+) 

any- enige /enkele/ een paar  (-),  (?) 

Quiz time!

Quiz time!

Choose the correct quantifier:
The police arrested both/either drivers after the accident.

1. both
2. either

I don't have .......... time

(Quantifiers)

1. Much
2. many
3. few

Fergus doesn't have ......... friends.

(Quantifiers)

1. much
2. many
3. a lot of

Choose the right quantifier...

Can I get _________ milk in my coffee?

1. much
2. many
3. some
4. any

Choose the right quantifier...

How ________ apples did you eat?

1. much
2. many
3. some
4. any

Choose the right quantifier...

They don't eat ______ meat.
Ze eten geen vlees.

1. much
2. many
3. some
4. any

Choose the right quantifier...
She can't buy that, she has very ________money.

1. little
2. a little
3. few
4. a few

There were only ......... games left in the shop.
(Quantifiers)

1. A few
2. a little
3. a lot of
4. many

Choose the right quantifier...
Fortunately, _________ friends came to David's party.

1. little
2. a little
3. few
4. a few

Ik zou graag herhaling/extra uitleg willen over:
Quantifiers (a little, many, etc.)

1. Yes!
2. Nope!

next

examensprint 

inloggen in leermiddelen Engels