quantifiers H2

expressions of quantity 
" (a) few, (a) little, a lot of, lots of, much, many, "
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

expressions of quantity 
" (a) few, (a) little, a lot of, lots of, much, many, "

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goals
- Ik weet wanneer ik:
a few/a little moet gebruiken.
- Ik weet wanneer ik: much/many moet gebruiken
- Ik weet wanneer ik:
a lot of/lots of moet gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(A) Few
A few betekent een paar (=some)
Few betekent weinig (=not many)

(A) few gebruik je bij telbare woorden
We need a few minutes to talk.
I have few friends.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

a few (een paar)
No need to hurry. I have a few books left.
Do you have a few cookies for me?
Peter doesn't even have a few Euros left.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(A) little
A little betekent een beetje (= some)
Little betekent weinig (=not much)

A little gebruik je bij ontelbare woorden
I need a little money for tomorrow.
We have little time.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

a little (een beetje)
No need to hurry. I have a little time left.
Do you have a little money for me?
Peter doesn't even have a little water left.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A lot of & lots of = veel 
A lot of 
Lots of 
Telbaar & ontelbaar 

Bevestigende zinnen (+zin)
She ate a lot of chocolates. 

Ontkennende zin (-zin)
I don't have a lot of money. 
Telbaar & ontelbaar
 
Bevestigende zinnen (+zin) 
She ate lots of chocolates. 

Ontkennende zin (- zin) 
I don't have lots of money. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Much and many
Much and many betekenen allebei 'veel'
Much gebruik je voor dingen die niet telbaar zijn
Many gebruik je voor dingen die wel telbaar zijn

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fergus doesn't have ......... friends.

(Quantifiers)
A
much
B
many
C
a lot of

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I don't have .......... time

(Quantifiers)
A
Much
B
many
C
few

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the right quantifier...

How ________ apples did you eat?
A
much
B
many
C
some
D
any

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the right quantifier...

They don't eat ______ meat.
A
B
C
some
D
any

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the right quantifier...
She can't buy that, she has very ________money.
A
little
B
a little
C
few
D
a few

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dus welke quantifiers?
Weinig/een beetje:
Countable nouns
Uncountable
nouns
Few
Little
A few
A little
Countable: I only have a few M&M's.
Uncountable: There is little sunshine today.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A ..... drinks
A
few
B
little

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I drank .... water today.
A
little
B
few

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Do you want .... sugar in your tea?
A
a few
B
a little

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

There are ......... soldiers.
A
a few
B
a little

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I only have ..... money left.
A
little
B
few

Slide 19 - Quizvraag

A little : money is not countable
dollars or euros are countable 

This is .... rice.
A
few
B
little

Slide 20 - Quizvraag

little : weinig - rice is uncountable 
Do page 67
exercises 6, 7, & 8





finished?
read your book :)
in silence 



timer
5:00
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies