2kb-h6 Vergroten

Welke hulpvraag heb jij?
1 / 32
volgende
Slide 1: Open vraag
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welke hulpvraag heb jij?

Slide 1 - Open vraag

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Welke driehoek is een vergroting van driehoek ABC?
A
driehoek PQR
B
driehoek KLM
C
driehoek DEF

Slide 6 - Quizvraag

Blijven de hoeken bij het vergroten van een figuur altijd gelijk?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag


Is dit een vergroting?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Is B een vergroting van A?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Van een foto maak ik een vergroting.
In de wiskunde heet deze vergroting ...
A
het beeld
B
het origineel

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Met hoeveel is figuur B vergroot ten opzicht van figuur A?
A
2
B
3
C
5
D
4

Slide 15 - Quizvraag

De berekening om de factor
bij de vergroting hiernaast is:
A
1,2 x 3 = 3,6 Dus de factor is 3,6
B
1,2 : 3 = 0,4 Dus de factor is 0,4
C
3 : 1,2 = 2,5 Dus de factor is 2,5
D
1,2 x 2,5 = 3 Dus de factor is 2,5

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide


Bereken de factor van de vergroting van foto A naar foto B.
A
3,7 : 2,4 = 1,54
B
2,4 : 6 = 0,4
C
2,4 : 3,7 = 0,65
D
6 : 2,4 = 2,5

Slide 21 - Quizvraag

Welke berekening gebruik je bij de vergroting van C naar A te gaan?

A
2 : 3 = 2/3 Dus factor is 2/3
B
4,5 : 3 = 1,5 Dus factor is 1,5
C
3 x 4,5 = 13,5 Dus factor is 4,5
D
2 : 4 = 0,5 Dus de factor is 0,5

Slide 22 - Quizvraag

Als de vergrotingsfactor < 1 is, dan is het beeld een
A
vergroting
B
verkleining

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

De auto is op schaal 1:100 weergegeven. Hoelang is de auto in het echt als deze auto 4 cm is?
A
4000 cm
B
400 cm
C
40 meter
D
4 meter

Slide 28 - Quizvraag

Het torentje is in Madurodam 160cm hoog. In het echt is deze 40m hoog. Bereken de schaal.
A
40 : 160 = 0,25 Dus schaal is 1 : 0,25
B
4000 : 160 = 25 Dus schaal is 1 : 25
C
160 : 40 = 4 Dus schaal is 1 : 4
D
160 : 4000 = 0,04 Dus schaal is 1 : 0,04

Slide 29 - Quizvraag

Hiernaast zie je een
schaalmodel van auto. Het model is 25 cm lang en de schaal is 1:18. Hoe lang is de auto in het echt volgens deze schaal?
A
4 m
B
4,3 m
C
4,5 m
D
4,7 m

Slide 30 - Quizvraag

De schaal is 1 : 43
De auto is in de werkelijkheid 300 cm. Hoelang is het schaalmodel?
A
3 cm
B
7 cm
C
10 cm
D
12 cm

Slide 31 - Quizvraag

De Eiffeltoren is 300 m hoog.
Een model hiervan is gemaakt op schaal 1 : 1200.
Hoe hoog is het model?
A
50 cm
B
25 m
C
25 cm
D
50 m

Slide 32 - Quizvraag