Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Zelfstandig: hoofdletters en leestekens (M4)
Nederlands
Hoofdletters & leestekens
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nederlands
Hoofdletters & leestekens
Slide 1 - Tekstslide
Weet je nog?
Wanneer gebruik je hoofdletters?
Slide 2 - Open vraag
Wanneer gebruik je géén hoofdletter?
A
Namen van winkels
B
Familienamen
C
Namen van maanden
D
Namen van musea
Slide 3 - Quizvraag
Wanneer gebruik je géén hoofdletter?
A
Namen van feestdagen
B
Namen van jaargetijden
C
Namen van personen
D
Namen van bedrijven
Slide 4 - Quizvraag
Wanneer gebruik je een punt?
Slide 5 - Open vraag
Wanneer gebruik je een vraagteken?
Slide 6 - Open vraag
Wanneer gebruik je een uitroepteken?
Slide 7 - Open vraag
Een komma zet je ... (meerdere antwoorden mogelijk maar je kan er maar eentje aanvinken)
A
Tussen twee persoonsvormen
B
Tussen twee verbindingswoorden
C
Tussen twee moeilijke woorden
D
Tussen delen van een opsomming
Slide 8 - Quizvraag
Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet.
Als het pijn doet geef je maar een gil
Slide 9 - Open vraag
Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet.
Levi wil je die bak met pennen potloden en stiften aangeven zei de juf
Slide 10 - Open vraag
Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet.
Ik blijf vandaag thuis omdat ik schoolziek ben
Slide 11 - Open vraag
Juist of onjuist geplaatste hoofdletters?
Pieter Van Duinrade
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Juist of onjuist:
maandag
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Juist of onjuist:
Audi
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Juist of onjuist:
afrikaanse
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Juist of onjuist:
Mees riep: Kijk uit voor die fietser!
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Wanneer gebruik je geen komma?
A
Aan het einde van een regel.
B
Na een naam of uitroep aan het begin van de zin.
C
Tussen delen van een opsomming.
D
Voor voegwoorden zoals: omdat en terwijl.
Slide 17 - Quizvraag
Welke zin is correct geschreven, lettend op leestekens en hoofdletters?
A
De personeelsmanager vroeg aan Esra: "Waarom wil je bij de Macro werken?"
B
De personeelsmanager vroeg aan Esra: "Waarom wil je bij de Macro werken"?
Slide 18 - Quizvraag
Welke zin is correct geschreven, lettend op leestekens en hoofdletters?
A
De bedrijfshulpverlener belde 112, want hij vertrouwde de situatie niet.
B
De bedrijfshulpverlener belde 112: 'Hij vertrouwde de situatie niet!'
Slide 19 - Quizvraag
Welke zin is correct geschreven, lettend op leestekens en hoofdletters.
A
De dj zei: 'zo'n grote opkomst had ik niet verwacht.'
B
de dj zei: 'Zo'n grote opkomst had ik niet verwacht.'
C
De dj zei: 'Zo'n grote opkomst had ik niet verwacht'.
D
De dj zei: 'Zo'n grote opkomst had ik niet verwacht.'
Slide 20 - Quizvraag
Welke zin is correct geschreven, lettend op leestekens en hoofdletters.
A
Mijn trainer zei jij mag meetrainen met de selectie.
B
Mijn trainer zei: 'Jij mag meetrainen met de selectie.'
C
Mijn trainer zei: 'jij mag meetrainen met de selectie.'
Slide 21 - Quizvraag
Welke zin is correct geschreven, lettend op leestekens en hoofdletters?
A
'Zullen we morgenavond om zeven uur afspreken? vroeg Layla.
B
'Zullen we morgenavond om zeven uur afspreken?' vroeg Layla.
Slide 22 - Quizvraag
Welke zin is correct geschreven, lettend op leestekens en hoofdletters.
A
'Eigenlijk houd ik niet van spruitjes, mompelde Sem.'
B
Eigenlijk houd ik niet van spruitjes, mompelde Sem.
C
'Eigenlijk houd ik niet van spruitjes', mompelde Sem.
D
'Eigenlijk houd ik niet van spruitjes,' mompelde Sem.
Slide 23 - Quizvraag
Welk woord hoort niet met een hoofdletter geschreven te worden?
A
April
B
Hema
C
Zweden
D
Pasen
Slide 24 - Quizvraag
Welk woord hoort niet met een hoofdletter geschreven te worden?
A
Terschelling
B
Rucphen
C
Bosheidestraat
D
noorden
Slide 25 - Quizvraag
Welk woord hoort niet met een hoofdletter geschreven te worden?
A
Eiffeltoren
B
Maas
C
Waal
D
Lente
Slide 26 - Quizvraag
Welk woord hoort niet met een hoofdletter geschreven te worden?
A
De Nachtwacht
B
Hoogspanningskabel
C
Tim
D
Stanislas Pijnacker
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Oefening hoofdletters en leestekens
September 2022
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
Oefening hoofdletters en leestekens
November 2023
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
Oefening hoofdletters en leestekens
Oktober 2024
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
Oefening hoofdletters en leestekens
September 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
Oefening hoofdletters en leestekens
September 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
M4 Voorbereiden SO3 - deel 3
September 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
Leestekens en hoofdletters
September 2023
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Spelling 1.8
September 2024
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3