H 7.1 Breuken en procenten

Wat gaan we deze les doen?


- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we deze les doen?


- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk nakijken

 Uit je boek:

Voorkennis H 7 (blz. 44 en 45) maken opdr.: 1, 2, 3, 6, 7, 8, 9

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik


Wat heb je geleerd in hoofdstuk 6?


Waar ging de voorkennis over?



Slide 3 - Tekstslide

Doelen van deze les
  • Ik weet dat 14 van de 100, hetzelfde is als 14%.
  • Ik ken de meest voorkomende breuken met hun percentages en omgekeerd uit mijn hoofd (⅛ is voor kader extra).
  • Ik kan uitrekenen hoeveel euro de korting is van een voorwerp, wanneer het percentage is gegeven.
  • Ik kan procenten omrekenen naar een breuk en een decimaal getal en omgekeerd.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is procent? (blz. 50 kgt)

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel procent is gekleurd?

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel procent is gekleurd?

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel procent is gekleurd?

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel procent is gekleurd?

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel procent is gekleurd?

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel procent is gekleurd?

Slide 11 - Tekstslide

Breuken en procenten


Breuken en procenten hebben

alles met elkaar te maken.


Leer het rijtje op blz. 52

uit je hoofd.



  ½ = 100% : 2 = 50%



  ⅓ = 100% : 3 ≈ 33,3%



  ¼ = 100% : 4 = 25%



  1/5 = 100% : 5 = 20%



  ⅛ = 100% : 8 = 12,5%



1/10
= 100% : 10 = 10%



Slide 12 - Tekstslide


Pak je wisbordje en maak de volgende vragen.

Pak je schrift/ wisbordje en

maak de volgende vragen.

Slide 13 - Tekstslide

Maak van elke breuk een percentage
7/10         ¾           3/10

⅘            ⅔              ⅜ 

Slide 14 - Tekstslide

Korting in procenten (blz. 53 kgt)

In opruiming zie je korting in procenten.

procenten --> breuk --> korting berekenen.

Slide 15 - Tekstslide

Korting in procenten - voorbeeld
procenten --> breuk --> korting berekenen.

  • 75% = 3 x 25% = 3 x ¼
  • ¼ x 120 = 120 : 4 = 30
  • ¾ x 120 = 3 x 90 = 90
De korting is €90 

Slide 16 - Tekstslide


Pak je wisbordje en maak de volgende vragen.

Pak je schrift/ wisbordje en

maak de volgende vragen.

Slide 17 - Tekstslide

Korting in procenten
Advertentie dameslaarzen

  • Welke breuk hoort bij de korting?
  • Bereken de korting.

Slide 18 - Tekstslide

Korting in procenten
Advertentie dameslaarzen

  • Welke breuk hoort bij de korting?
     ⅕ = 20% <--> ⅖ = 40%
  • Bereken de korting.
    ⅕ x 120 = 120 : 5 = 24
    ⅖ x 120 = 2 x 24 = €48

Slide 19 - Tekstslide

Korting in procenten
Advertentie sporttas

  • Bereken de korting.

Slide 20 - Tekstslide

Korting in procenten
Advertentie sporttas

  • Bereken de korting.
    ⅕ x 45 = 45 : 5 = 9
    x 45 = 3 x 9 = €27

Slide 21 - Tekstslide

Van procent naar decimaal getal
Procenten, breuken en decimale getallen (komma getallen) hebben alles met elkaar te maken.
Van een percentage kun je een decimaal getal maken.

5% is 5 van de 100, dus 5% = 5/100 = 0,05
7% = 0,07

5/100 kun je lezen als breuk en als deling 5 : 100

Slide 22 - Tekstslide

Maak van de percentages een decimaal getal

     15%               42%

Slide 23 - Tekstslide

Maak van het percentage een decimaal getal
15%
15% is 15 van de 100, dus 15% = 15/100 = 0,15

42%
42% is 42 van de 100, dus 42% = 42/100 = 0,42

Slide 24 - Tekstslide

Maak van het percentage een decimaal getal
68%                12,5%              70%

14,5%              3,8%              100%

Slide 25 - Tekstslide

Maak van het percentage een decimaal getal
 68% = 0,68            12,5% =0,125   
 70% = 0,7              14,5% = 0,145  3,8% = 0,038           100% = 1

Slide 26 - Tekstslide

Doelen van deze les
  • Ik weet dat 14 van de 100, hetzelfde is als 14%.
  • Ik ken de meest voorkomende breuken met hun percentages en omgekeerd uit mijn hoofd (⅛ is voor kader extra).
  • Ik kan uitrekenen hoeveel de euro de korting is van een voorwerp, wanneer het percentage is gegeven.
  • Ik kan procenten omrekenen naar een breuk en een decimaal getal en omgekeerd.

Slide 27 - Tekstslide

Opgaven maken
Opdrachten
4, 6, 7, 9, 11, 14, 15
(Kopie in je blauwe snelhechter)

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk

Blauwe snelhechter
Opdrachten
4, 6, 7, 9, 11, 14, 15

Slide 29 - Tekstslide