In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.
Wat heb je geleerd in hoofdstuk 6?
Waar ging de voorkennis over?
In het woord procent zit cent.
Cent betekent 100 en procent betekent
"van de 100".
Hoeveel procent is hier gekleurd?
Pak je wisbordje en maak de volgende vragen.
Pak je schrift/ wisbordje en
maak de volgende vragen.
Leg je schrift/ wisbordje aan de kant en luister naar de uitleg.
Breuken en procenten hebben
alles met elkaar te maken.
Leer het rijtje op blz. 52
uit je hoofd.
½ = 100% : 2 = 50%
⅓ = 100% : 3 ≈ 33,3%
¼ = 100% : 4 = 25%
1/5 = 100% : 5 = 20%
⅛ = 100% : 8 = 12,5%
1/10= 100% : 10 = 10%