§8.2 - Je ademt


§8.2 - Je ademt
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


§8.2 - Je ademt

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 8.2
  • Je kunt uitleggen hoe je met je buik en borst ademhaalt.
  • Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen.
  • Je kunt beschrijven hoe zuurstof in je bloed komt.
  • Je kunt uitleggen waarom je door je neus moet ademen.

Slide 2 - Tekstslide

Inademen
  1. De ribben gaan omhoog en het middenrif gaat naar beneden en wordt plat.
  2. De borstholte wordt groter.
  3. De longen worden ook groter.
  4. Lucht stroomt je longen binnen: je ademt in. 

Slide 3 - Tekstslide

Uitademen
  1. De ribben gaan naar beneden en het middenrif wordt bol.
  2. De borstholte wordt kleiner.
  3. De longen worden ook kleiner.
  4. Lucht stroomt je longen uit: je ademt uit. 

Slide 4 - Tekstslide

Ademhaling
Borstademhaling: het bewegen van je ribben met behulp van tussenribspieren.
Buikademhaling: het bewegen van je middenrif met behulp van de  middenrifspieren.

Ze gebeuren meestal tegelijk

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Het ademhalingsstelsel

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de functie van de kraakbeenringen in de luchtpijp en de bronchiën?

Slide 8 - Open vraag

Gaswisseling
  1. Zuurstof gaat vanuit de lucht in de longblaasjes naar het bloed.
  2. Koolstofdioxide gaan vanuit het bloed naar de lucht in de longblaasjes. Daarna adem je het uit. 


Gaswisseling: de uitwisseling van de gassen zuurstof en koolstofdioxide in de longblaasjes.

Slide 9 - Tekstslide

Gaswisseling

Slide 10 - Tekstslide

Waarom moet je ademhalen door je neus? 

Slide 11 - Tekstslide

Slijmvlies in luchtpijp en bronchiën
  • Slijmcellen maken slijm
  • Trilhaarcellen zijn cellen met haartjes eraan, de haren bewegen heen en weer en duwen het slijm met de vastgeplakte stofdeeltjes en ziekteverwekkers naar je keel -> uithoesten of doorslikken 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen: bestudeer blz. 82 t/m 91
Maken: opdrachten 4 t/m 19 + ook nakijken

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

De luchtpijp vertakt zich in
A
bronchiën
B
longblaasjes
C
luchtpijpvaten
D
luchtpijptakjes

Slide 16 - Quizvraag

Je kunt beter ademhalen door je neus omdat
A
de lucht dan wordt verwarmd
B
je gewaarschuwd wordt voor gevaarlijke stoffen
C
de lucht vochtig gemaakt wordt
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 17 - Quizvraag

0

Slide 18 - Video

0

Slide 19 - Video

0

Slide 20 - Video

0

Slide 21 - Video

0

Slide 22 - Video