De belangrijkste factoren die hebben bijgedragen aan het Germaanse succes in de Slag bij het Teutoburgerwoud waren:
Terreinkennis en tactiek: Arminius en de Germaanse stammen waren bekend met het dichte bosgebied van het Teutoburgerwoud en maakten daar slim gebruik van. Ze zetten hinderlagen op en voerden guerrilla-aanvallen uit, waardoor de Romeinen gedesoriënteerd raakten en geen gebruik konden maken van hun superieure organisatie en gevechtsformaties.
Interne verdeeldheid binnen het Romeinse leger: Arminius had kennis van de Romeinse militaire structuur en wist gebruik te maken van de rivaliteit en verdeeldheid tussen de Romeinse officieren. Hierdoor waren de Romeinen minder effectief in hun commando en coördinatie, wat bijdroeg aan hun nederlaag.
De impact van de Slag bij het Teutoburgerwoud op het Romeinse Rijk was zowel militair als politiek:
Militaire impact: De nederlaag resulteerde in het verlies van drie Romeinse legioenen, wat een zware klap was voor het Romeinse leger. Het verlies van ervaren soldaten en officieren had invloed op de militaire slagkracht van het rijk en verzwakte de Romeinse positie in Germanië. Het maakte duidelijk dat de Germanen een geduchte vijand waren die niet gemakkelijk te onderwerpen waren.
Politieke impact: De nederlaag bij het Teutoburgerwoud schokte het Romeinse Rijk en had politieke repercussies. Keizer Augustus, die zich had gericht op het veroveren en pacificeren van Germanië, besloot na de slag om de Rijn als de noordelijke grens van het rijk te erkennen. Dit betekende een herziening van de Romeinse expansieplannen en het afzien van verdere veroveringen in Germanië.