TH2m 26 mei DELEND LIDWOORD
1 / 19
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Comment ça va?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
wat is een delend lidwoord?
A
un, une
B
du, de la, des
C
le, la, les
Slide 6 - Quizvraag
Een delend lidwoord gebruik je in het Frans, als je in het Nederlands.....
A
geen lidwoord gebruikt
B
het gebruikt
C
de gebruikt
D
een gebruikt
Slide 7 - Quizvraag
Tu veux ... coca ? (le coca)
Kies het juiste delend lidwoord.
Kies het juiste delend lidwoord.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des
Slide 8 - Quizvraag
Geef het juiste delend lidwoord.
Elle prend ..... lait.
(le lait)
Elle prend ..... lait.
(le lait)
A
des
B
de la
C
de l'
D
du
Slide 9 - Quizvraag
Kies het juiste delend lidwoord:
Ma soeur demande ..........eau.
Ma soeur demande ..........eau.
A
de l'
B
d'
Slide 10 - Quizvraag
Kies het juiste delend lidwoord:
Je prends une salade avec ___ poivrons.
Je prends une salade avec ___ poivrons.
A
du
B
des
C
de la
D
de l'
Slide 11 - Quizvraag
Je mange...... (les) frites
Slide 12 - Open vraag
J'ai besoin (heb nodig) ...... (le) beurre
Slide 13 - Open vraag
J'ai besoin ...... (ik heb nodig....)
farine (bloem, vrouwelijk)
farine (bloem, vrouwelijk)
Slide 14 - Open vraag
J'ai besoin.....œufs (eieren)
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Check-out: Hoe zeg je ....ik heb gegeten
Slide 17 - Open vraag
Check-out: Hoe zeg je ....Ik eet frites
Slide 18 - Open vraag
Check-out: Wat heb je vandaag geleerd? (en welke vraag heb je nog?)
