Tijdvak 5: de tijd van ontdekkers en hervormers

Klas 5   |   geschiedenis
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Klas 5   |   geschiedenis

Slide 1 - Tekstslide

Noem een kenmerkend aspect uit de tijd van jagers en boeren (mag in eigen woorden)

Slide 2 - Open vraag

Noem een kenmerkend aspect uit de tijd van Grieken en Romeinen (mag in eigen woorden)

Slide 3 - Open vraag


Noem een kenmerkend aspect uit de tijd van monniken en ridders (mag in eigen woorden)

Slide 4 - Open vraag


Noem een kenmerkend aspect uit de tijd van steden en staten (mag in eigen woorden)

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Het wereldbeeld van de middeleeuwen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

§ 5.1 De renaissance

  • Twee ontwikkelingen: ontdekkingsreizen en kolonisatie
  • Economisch motief: winstgevende handel + goud en zilver
  • Religieus motief: andere volkeren bekeren tot christendom
  • Politiek motief: vorsten wilden macht uitbreiden
  • Wetenschap en nieuwsgierigheid waren drijfveer
  • Technische ontwikkelingen maakten reizen mogelijk
§ 5.2 De Europese expansie

Slide 16 - Tekstslide

§ 5.1 De renaissance

Kenmerkend aspect: Het begin van de Europese expansie overzee
  • In de 15e eeuw maakten de Turks-Osmaanse veroveringen een einde aan de Europese handel in het oostelijk Middellandse Zeegebied. Op zoek naar goud en om specerijen uit Oost-Azië te halen verkenden Portugezen en Spanjaarden als eersten de kusten van Afrika, Azië en Amerika. Spanjaarden en Portugezen veroverden grote delen van Amerika waar ze kolonies stichtten. De indiaanse bevolking kwam grotendeels om. Aan het einde van de 16e eeuw reisden ook Nederlanders, Engelsen en Fransen naar Oost-Azië. Langs de Afrikaanse en Aziatische kusten stichtten Europeanen versterkte handelsposten. Tussen de vier werelddelen kwam een uitwisseling van personen, goederen en culturen op gang. 
§ 5.2 De Europese expansie

Slide 17 - Tekstslide

§ 5.1 De renaissance

  • Gevolgen van de ontdekkingsreizen:

1. Nieuw wereldbeeld
2. Verspreiding christendom
3. Een wereldeconomie
4. Kolonies



§ 5.2 De Europese expansie

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

§ 5.1 De renaissance

De protestantse Reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had 
  • In de tijd van steden en staten had de rooms-katholieke kerk haar macht vergroot met nieuwe denkbeelden en gebruiken. Omstreeks 1500 groeide de kritiek hierop. Hervormers bepleitten een terugkeer naar het zuivere geloof, gebaseerd op de Bijbel. Door het kritisch optreden van Luther in 1517 en zijn uitzetting uit de kerk door de paus begon de Reformatie. Er ontstond een splitsing tussen katholieken die bij de roomse kerk bleven en protestanten die eigen kerken stichtten. De hervormer Calvijn kreeg veel aanhang in Nederland.  
§ 5.3 De kerkhervorming

Slide 23 - Tekstslide

§ 5.1 De renaissance

§ 5.3 De kerkhervorming
  • Tijdens middeleeuwen was invloed van de R.K. kerk erg groot
  • Rond 1500 groeide de kritiek: 1) de kerk was afgedwaald van oorspronkelijke leer; 2) niet de kerk en haar sacramenten moesten centraal staan, maar de bijbel (gelovigen moesten in contact staan met God); 3) misdragingen van kerkleiders (aflaten, luxelevens, Paus gedraagt zich als wereldlijk vorst); 4) slechte opleiding parochiepriesters

Slide 24 - Tekstslide

§ 5.1 De renaissance

§ 5.3 De kerkhervorming
  • Veel critici wilden niet uit de kerk stappen, maar de kerk van binnen hervormen: reformatie
  • Reactie kerk: kettervervolgingen (inquisitie) en brandstapel
  • 1500: uitvinding boekdrukkunst maakt het onmogelijk hervormers monddood te maken

Slide 25 - Tekstslide

Erasmus

Slide 26 - Woordweb

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

§ 5.1 De renaissance

§ 5.3 De kerkhervorming
  • Luther en Calvijn verschilden van mening over: 
  • 1) kerkdiensten (niet alleen relikwieën en heiligen zijn slecht, ook geen kaarsen of orgelspel)
  • 2) de weg naar de hemel (predestinatieleer)
  • 3) de rol van de vorst (cuius regio, eius religio)

Slide 30 - Tekstslide

§ 5.1 De renaissance

§ 5.3 De kerkhervorming
  • Gevolgen van de reformatie: Godsdienstoorlogen in het Duitse rijk (1555 Vrede van Augsburg); de Contrareformatie & de Tachtigejarige oorlog (1568-1648)

Slide 31 - Tekstslide

De Nederlandse
Opstand

Slide 32 - Woordweb

§ 5.1 De renaissance

§ 5.4 De Nederlandse Opstand
  • Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat Spaanse koning Filips II was landsheer van de Nederlanden. In 1568 kwamen Nederlanders onder leiding van Willem van Oranje in opstand tegen Filips vanwege zijn centralisatiepolitiek en zijn felle vervolging van protestanten. Gedurende de Opstand (Tachtigjarige Oorlog) breidden de opstandelingen hun gebied uit vanuit het westen van Holland en Zeeland yot vrijwel het huidige grondgebied van Nederland. In 1581 zetten de Staten-Generaal van de zeven opstandige gewesten Filips af als landsheer. In 1588 vormden ze de Republiek der Verenigde Nederlanden. In 1648 sloten de Republiek en Spanje de Vrede van Münster.

Slide 33 - Tekstslide

1515
1555

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

§ 5.1 De renaissance

§ 5.4 De Nederlandse Opstand
  • Politieke oorzaak
  • Religieuze oorzaak
  • Aanleiding

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Houdt op in mijn tuin te wroeten, Spaanse beren
Wilt uw varkensrug toch achterwaarts trekken,
Of mijn knots zal het u leren
Die u het hoofd zal breken en de hals zal rekken.
De edele prins waarmee u meent te gekken
Zal te water en te land u bespringen al,
Vertrekt met uw vuile zeugen en jongen spekken
Rent, guiten, rent voordat de geus u daartoe dwingen zal.

Slide 40 - Tekstslide

En wat ieder kan zien is, dat al deze verwarring en rampen, waar onze landen aan lijden veroorzaakt worden door deze boosaardige huichelaar, die al zijn geluk aanwendt tot het ongeluk van onze onderdanen. ... Zolang hij zich binnen onze landen zal ophouden, zal daar geen vrede noch enige rust te verwachten zijn.

Het is, nu we alles overzien, om al deze redenen billijk, redelijk en rechtvaardig: en daarbij gebruik makend van de autoriteit die we over hem hebben krachtens de eed van trouw en als soeverein van deze erflanden, en in het bijzonder acht slaande op zijn boosaardig handelen en op het feit, dat hij alleen het hoofd, de aanstichter en stimulans is van al deze onlusten, en de voornaamste rustverstoorder van al onze landen en staten, en in het kort: de algemene pest voor de Christenheid, dat we hem aanzeggen te zijn een misdadiger en verrader, en een vijand van ons en van onze landen.

En wij doen hem in de ban en verbannen hem hiermede voor altijd uit al onze landen, staten, koninkrijken en heerlijkheden. Wij verbieden al onze onderdanen, van welke rang of stand die ook zijn, met hem te onderhandelen, bij hem te verblijven, met hem te spreken of contact te onderhouden in het openbaar of in het geheim, hem te ontvangen in hun huizen, hem te voorzien van levensmiddelen, drinken, vuur of anders van dienst te zijn, op straffe dat wij onze toorn over hem zullen doen komen.

Wij beloven op ons woord van koning en als dienaar van God, dat, indien er iemand, ongeacht of deze onze onderdaan is of niet, zich zo edel van gemoed in onze dienst en in die van het algemeen welzijn zou gedragen, dat hij op één of andere manier dit bevel van ons zou kunnen doen uitvoeren, en ons zou verlossen van voornoemde pest, door ons deze dood of levend uit te leveren of door hem van het leven te beroven, wij hem en zijn erfgenamen zullen belonen met een bedrag van 25.000 gouden kronen, naar keuze in grond of in geld. Indien hij een misdaad begaan had, hoe groot deze ook mocht zijn, beloven wij dat deze dan zal zijn vergeven; indien hij niet van adel was, zullen wij hem in de adelstand verheffen op grond van zijn dapperheid; en voorzover hij zich heeft bediend van helpers, zullen wij ook deze belonen al naar gelang zij zich verdienstelijk hebben gemaakt; wij zullen hun misdaden vergeven en ook hen in de adelstand verheffen.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Link