1.5. Samenstellingen

1.5. Samenstellingen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.5. Samenstellingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
- Je weet wat samenstellingen zijn
- Je herkent de 'grondwoorden' van een samenstelling
- Je kunt de betekenis van een samenstelling goed herleiden

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling
Woorden die uit twee of meer woorden bestaan.
Bv: Voetbalveld => voet + bal + veld

Bedenk zelf ook voorbeelden!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taalbeschouwing
ekst
   Waarom?
   boomtak en niet takboom
   OF: tafelpoot en niet poottafel
   OF: topprestatie en niet prestatietop

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling
Het laatste deel van de samenstelling is meestal het belangrijkste voor de betekenis! 
zie
blz. 41

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT 
Bespreek in duo's
  • Uit welke woorden
     bestaan deze
     samenstellingen?
  • Wat betekenen ze?
Zandbak

Badkuip

Schooltas

Pleinvrees

Dubbelklikken

Paskamer
Apenrots

Betekenisverschil

Openluchtzwembad

Kortetermijngeheugen

Groenestroomproductie

Vijfeurobiljet

Slide 6 - Tekstslide

Doel: 
Leerlingen beseffen dat je bij het uitleggen van het woord steeds je zin begint met het laatste woord: schooltas is een tas voor school, etc.
Laatste deel
Belangrijkste

Eerste deel
Geeft precisering (geeft meestal preciezer aan wat wordt bedoeld)
Zandbak

Badkuip

Schooltas

Pleinvrees

Dubbelklikken

Paskamer
Apenrots

Betekenisverschil

Openluchtzwembad

Kortetermijngeheugen

Groenestroomproductie

Vijfeurobiljet
Samenstellingen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT 
Bespreek in duo's
- Welk lidwoord hoort 
   voor elk woord?
- Waarom?
Zandbak

Badkuip

Schooltas

Pleinvrees

Dubbelklikken

Paskamer
Apenrots

Betekenisverschil

Openluchtzwembad

Kortetermijngeheugen

Groenestroomproductie

Vijfeurobiljet

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT - in duo's
Maak samenstellingen (beide velden één deel). Welke lidwoord kies je?
 kraan         oog          was         super

 bak             deur          water      beeld

 fiets            oefen        dag         tropen

 machine     boek

 kraan          toets
 
 bel               rooster

 water            zadel

 fiets              leuk

 lid                houwer
Klaar? Ken je samenstellingen met 3 woorden?

Slide 9 - Tekstslide

Elk woord begint met een woord uit het blauwe deel en wordt geplakt aan een woord uit het groene.
Aan het einde: wat is het verschil tussen kraanwater en waterkraan?
Zie jij het verschil?
langeafstandsloper
lange afstandsloper

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom?
  • Waarom kan het handig kan zijn om te weten hoe
      samenstellingen werken?
  • Hoe helpt dit bij het schrijven of spreken?


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak een keten! 
Maak je eigen samenstellingen in tweetallen.
De één geeft het eerste woorddeel, de ander maakt er een samenstelling van. Vervolgens maak je de keten:


Bijvoorbeeld:  super-markt; markt-plein; plein-vrees
Wie maakt de langste keten?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
- Je weet wat samenstellingen zijn
- Je herkent de 'grondwoorden' van een samenstelling
- Je kunt de betekenis van een samenstelling goed herleiden
Huiswerk

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies