Over Taal

Wat gaan we doen?





Voorkennis: Wat weten jullie van woordraadstrategieën/synoniem zoeken?










1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?





Voorkennis: Wat weten jullie van woordraadstrategieën/synoniem zoeken?










Slide 1 - Tekstslide

Woordraadstrategieën
Synoniem
Omschrijving zoeken
Voorbeeld zoeken

Slide 2 - Tekstslide

Woorden met een tegengestelde betekenis noem je synoniemen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de betekenis van het woord 'aanschaffen'?
A
kopen
B
verkopen
C
betalen
D
afrekenen

Slide 4 - Quizvraag

Bedenksel
(woord met achtervoegsel)
Wat is de betekenis?
A
wat iemand denkt
B
de mening van iemand
C
wat iemand bedacht heeft
D
wat iemand kan

Slide 5 - Quizvraag

verzin zelf een moeilijk woord

Slide 6 - Woordweb

Wat is de beste betekenis van het woord 'versperren'?
A
De doortocht hinderen.
B
De doortocht belemmeren.
C
De doortocht verkleinen.
D
De doortocht versmallen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de beste betekenis van het woord 'muurvast'?
A
Zo vast als een muur
B
Zo stevig als een muur
C
Iets is zeer vast en stevig
D
Iets is zit vast

Slide 8 - Quizvraag

Ik weet nu hoe ik de betekenis van een moeilijk woord kan achterhalen :
A
Ja, ik snap het goed
B
Ja, ik snap het een beetje
C
Nee, ik vind het nog erg moeilijk
D
Nee, ik snap er helemaal niets van.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het grondwoord van 'briesje'?
A
briesje
B
bries
C
briesjes

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het grondwoord?
mooie
A
mooi
B
mooier
C
mooist

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het grondwoord?
tafeltjes
A
tafels
B
tafeltje
C
tafel

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het grondwoord?
tafeltjes
A
tafels
B
tafeltje
C
tafel

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het grondwoord in:
'avontuurlijk' ?
A
avonturier
B
avonturen
C
avontuur
D
avond

Slide 14 - Quizvraag

15. waterrijk

Wat is het grondwoord?
A
water
B
rijk

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het grondwoord in:
'avontuurlijk' ?
A
avonturier
B
avonturen
C
avontuur
D
avond

Slide 16 - Quizvraag

Een grondwoord is de basis.

Rood (grondwoord) → rode (bijvoeglijk naamwoord)
Blad (grondwoord) → blaadje (verkleinwoord)
Het grondwoord heeft altijd een betekenis.
Voorbeeld
Afleiding: oneerlijk, belangrijk, gebergte.
Samenstelling: lichtflits (licht & flits), drinkfles (drink & fles).  







Slide 17 - Tekstslide

Een samenstelling is een combinatie van woorden die een eenheid vormt. Een samenstelling is daarom één woord. In het Nederlands kun je ontelbaar veel samenstellingen maken. Zo kun je met rug en zak de samenstelling rugzak vormen. Dan kun je verdergaan met rugzaktoerisme en rugzaktoerismebranche, en ook met lichtgewichtrugzak, lichtgewichtrugzakbranche, enz. enz. ook vaak één hoofdklemtoon te horen: rúgzak, rúgzaktoerisme, áchterzak.

Slide 18 - Tekstslide

Een afleiding is een woord dat bestaat uit een woord plus een voorvoegsel of achtervoegsel.

Voorvoegsels en achtervoegsels zijn woorddelen die niet op zichzelf kunnen staan, bijvoorbeeld ge-, ver-, ont- en -heid, -baar, -loos en -schap.
Voorbeelden
Uit één grondwoord kun je meerdere woorden afleiden door er een toevoegsel voor of achter te plakken. Zo maak je van het grondwoord schuld de volgende afleidingen: schuldig, onschuldig, verontschuldigen, verontschuldiging         
Of van het woord teken:  tekening
tekenen, betekenis, vertekend, verontschuldigen, verontschuldiging
tekening
tekenen
betekenis
vertekend



Slide 19 - Tekstslide

Het laatste deel geeft aan om wat voor ding het gaat; het eerste deel specificeert het laatste deel. Dus: een rugzak is een soort zak, net als een draagzak, een achterzak, een geldzak en een jaszak.

 
De delen van een samenstelling zijn ‘echte woorden’ die ook los, zelfstandig, voorkomen: rug, zak, baby, draag. Dat is anders bij afleidingen als zakkig (‘vervelend’), dat uit zak en het achtervoegsel -ig bestaat, en ruggelings (rug + het achtervoegsel -lings). 
‘Samenstelling’ is een belangrijk begrip, want een basisregel van de Nederlandse spelling is dat je samenstellingen aan elkaar moet schrijven. Bij korte samenstellingen gaat dat meestal goed. Fouten als rug zak en voet bal komen niet zo vaak voor. Maar bij langere woorden, zoals rugzaktoerisme en voetbalinterland, gaat het vaak mis. Veel mensen schrijven (delen van) deze samenstellingen ten onrechte los.

Slide 20 - Tekstslide

Wat is een samenstelling
A
weegschaal
B
loopt
C
school
D
het

Slide 21 - Quizvraag

Samenstelling of niet?
weekagenda
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

Wat is geen samenstelling?
A
voetbal
B
gebak
C
speelplein
D
handdoek

Slide 23 - Quizvraag

Stapelbed
Werkzaam
Onschuldig
Harteloos
Boomhut
Koffiekan
Samenstelling
Afleiding

Slide 24 - Sleepvraag

Samenstelling of afleiding?

moeiteloos
A
Samenstelling
B
Afleiding

Slide 25 - Quizvraag

'desinfecteren' is een
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 26 - Quizvraag