coaching en werkbegeleiding les 2

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les
We staan stil bij:
Professioneel: wat is het, wat is het niet?
Maken kennis en oefenen met verschillende soorten vragen
GROW model
OOTT model
Feedback
Opdracht laatste les

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik vorige les
Leervragen:
Hoe presenteer je jezelf op een professionele manier?
Hoe kun je iemand begeleiden?
Hoe begeleid je op een professionele manier?

Slide 4 - Tekstslide

Hoe ver ben je, wat heb je zelf gedaan de afgelopen periode?

Slide 5 - Open vraag

professioneel
Iemand die bekwaam/vakkundig is in zijn beroep. 
Iemand die beroepsmatig iets uitvoert.
Iemand die niet professioneel is wordt amateuristisch genoemd.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn de belangrijkste vaardigheden van een coach?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een gesloten vraag

Slide 12 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een open vraag

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een suggestieve vraag

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat zijn valkuilen bij het stellen van vragen?

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Tekstslide

Wat zou je anders doen bij
begeleiding van een vrijwilliger dan bij
begeleiding van een collega?

Slide 20 - Woordweb

Het GROW model
Het GROW coachingsmodel is en model om structuur aan te brengen in een coachingsgesprek

Goal: Doel voor het gesprek en voor de langere termijn

Reality: wat is de huidige situatie

Options: welke mogelijkheden tot verbetering heb je, welke belemmeringen zijn er

Will: wat wil je en ga je doen en hoe ga je dat organiseren

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Waarom gebruik je het GROW-coachingsmodel?
A
Om bij de coach een creatief denkproces te stimuleren
B
Om bij de coach zelfevaluatie op gang te brengen
C
Zodat de coach weet welke acties er uitgezet moeten worden
D
Om structuur aan te brengen in het coachingsgesprek

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

OOTT staat voor:
A
Oefenen, Orienteren, Transfer, Toepassen
B
Oefenen, Orienteren, Toepassen, Transfer
C
Orienteren, Oefenen, Toepassen, Transfer
D
Orienteren, Oefenen, Transfer, Toepassen

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij feedback?

Slide 27 - Woordweb

Wat zeggen de leerlingen over feedback geven?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide