In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.
Spelling H5:
Je kunt met leestekens de directe rede aangeven.
Je weet wanneer je een komma moet gebruiken.
Schrijven H3:
Je kunt een tekst herschrijven a.d.h.v. aandachtspunten.
Fictie H6:
Je kunt het thema en moraal van een verhaal benoemen.
Taalverzorging H3:
Je kunt andermans tekst herschrijven en fouten ontdekken.
Fictie H6:
Je kunt het thema van een boek beschrijven.
Je weet dat een moraal een wijze les is en kunt die uit een verhaal halen.
Ik heb twee volleybalwedstrijden gezien, omdat het een sport is waar ik graag naar kijk. Ook tijdens de gymles hebben we aandacht aan deze sport geschonken. Het leek me leuk om te ontdekken wat het verschil is tussen volleybal dat op recreatief en op professioneel niveau wordt gespeeld.
- kort het probleem samenvatten
- woord, woordgroep of korte zin
- diepere bedoeling
Voorbeelden:
- vriendschap
- geniet van het leven
- eerlijk zijn
- wijze les
- wat goed of fout is en hoe de mens zou moeten leven
Voorbeelden:
- geniet van het leven, want je weet nooit hoelang het duurt
- eerlijkheid wordt beloond
- Wat is het thema?
- Wat is het moraal?