even wat testjes ter verduidelijking
Ricardo kan sneller lopen
dan ik (kan). = ik is onderwerp
Hester vindt jou aardiger dan (zij) mij (vindt). = mijn is geen onderwerp.
Ricardo loopt even snel als ik (loop) = ik is onderwerp
Hester vindt jou even aardig als (zij) mij (vindt) = mij is geen onderwerp