Voorbeeld 1Jildou wil weten hoeveel mg citroenzuur in een citroen opgelost is. Zij perst een citroen uit en titreert het sap met natriumhydroxideoplossing. Bij die titratie heeft zij 16,5 mL natriumhydroxideoplossing nodig om het sap te neutraliseren. Met 1,3 mL van de natriumhydroxideoplossing kan citroensap, dat 22,2 mg opgelost citroenzuur bevat, geneutraliseerd worden.
Bereken hoeveel mg opgelost
citroenzuur de citroen bevatte.
Geef je antwoord in 1 decimaal.