Paragraaf 9 - Het Nederlandse landschap ingericht

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 9 - Het Nederlandse landschap ingericht
Aan het einde van de paragraaf weet je...
• Dat Nederland bestaat uit een hoog en laag deel.
• Welke verschillen er zijn tussen Hoog en Laag Nederland.
• Waar in Nederland de gebieden zijn bedijkt.
• Wat er met de veenmoerassen in Laag Nederland is gebeurd.

Begrijp je:
• Welke invloed klimaatveranderingen op het Nederlandse landschap hebben gehad.
• Hoe de landschappen in Hoog en Laag Nederland zijn ingericht door de mens.

Slide 2 - Tekstslide

Hoog-Nederland 
(oosten)
Voor de ijstijd
Rivierafzettingen

Saale-ijstijd
Stuwwallen
Keileem
Smeltwaterdalen

Na de ijstijd
Dekzand

Slide 3 - Tekstslide

Laag-Nederland
(westen)
Het ontstaan van;
- Veenmoerassen
- Zeeklei (westen en noorden aan kust)
- Duinen

Slide 4 - Tekstslide

Laag-Nederland
zeeklei 
De zee zorgde regelmatig voor overstromingen, hierbij legde ze dikke lagen zeeklei achter.

Mensen bouwden terpen, heuvels waarop zij woonden. 

Slide 5 - Tekstslide

Hegebeintum (Fr.) - hoogste terp van NL (8,8 meter boven NAP)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

De getallen geven aan hoeveel het gebied onder of boven de zeespiegel ligt 

Slide 10 - Tekstslide

Welk landschap is eerder ontstaan?
A
Laag-Nederland
B
Hoog-Nederland

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Welk landschap is zichtbaar op de afbeelding?
A
Laag-Nederland
B
Hoog-Nederland

Slide 13 - Quizvraag

Welke 2 aanwijzingen zijn hiervoor?

Slide 14 - Open vraag