5 Lezen H 3

WELKOM S1 :) 
Vandaag:
  1. Woord van de week
  2. Lezen H3


LessonUp: kom in de les! 






1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELKOM S1 :) 
Vandaag:
  1. Woord van de week
  2. Lezen H3


LessonUp: kom in de les! 






Slide 1 - Tekstslide

Hoe gaat het met je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Nederlands 1B :) Woord van de week





Waar zou het woord van de week over gaan?

Slide 3 - Tekstslide

Woord van de week

Slide 4 - Woordweb

Nederlands 1B :) Woord van de week
De fobie

  • Betekenis: de ziekelijke angst (uit het Grieks)

  • Voorbeeldzin: Ze durfde de kelder niet in, want ze heeft een spinnenfobie.

Slide 5 - Tekstslide

Nederlands 1B :) Woord van de week





arachnofobie        claustrofobie     tandartsfobie/dentofobie        sociale fobie
       

Slide 6 - Tekstslide

Nederlands 1B :) Lezen H3
Dit hoofdstuk oefenen we:

  • alinea’s herkennen;
  • kernzinnen in een alinea aanwijzen;
  • hoofd- en bijzaken onderscheiden;
  • signaalwoorden herkennen die een tegenstelling aangeven.

Over een paar weken is er een SO over lezen H1, H2 en H3.

Slide 7 - Tekstslide

Nederlands 1B :) Lezen H3
Deze les oefenen we:

  • alinea’s herkennen;
  • kernzinnen in een alinea aanwijzen;
  • hoofd- en bijzaken onderscheiden;
  • signaalwoorden herkennen die een tegenstelling aangeven.

Over ruim twee weken is er een SO over lezen H1, H2 en H3.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe herken je een alinea?

Slide 9 - Woordweb

Nederlands 1B Lezen H3
Zo herken je een alinea:


• een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel;


• de laatste zin in een alinea loopt meestal niet helemaal door tot het eind van de regel;
• de eerste regel springt soms in;
• soms staat er een witregel tussen twee alinea’s (maar dat hoeft niet)

Slide 10 - Tekstslide

Hoe herken je een alinea?

Slide 11 - Tekstslide

Nederlands 1B :) Kernzinnen in alinea's herkennen
Zinnen in een alinea horen bij elkaar.
Ze gaan over hetzelfde stukje van een onderwerp (= deelonderwerp).

Kernzin: de zin met de belangrijkste informatie van de alinea. 
- Vaak de eerste zin. 
-De rest is toelichting bij de kernzin. Meestal is de toelichting uitleg of een voorbeeld.



Slide 12 - Tekstslide

Ik heb mijn huiswerk af.
Ja
Nee

Slide 13 - Poll

Nederlands 1B :) Oefenen met alinea's en kernzinnen
BLz. 32.
Opdracht 1 t/m 3 was huiswerk voor vandaag.

NIet af = afmaken
Klaar? 
Blz. 37. 

Slide 14 - Tekstslide

Nederlands 1B :) Oefenen met alinea's en kernzinnen
Gaan naar de methodesite > Lezen 3.3 > opdracht 5
Welke zin vertelt in het kort waar alinea 1 over gaat?

(1) Er zijn nog maar weinig eigenschappen die mensen wel hebben en dieren niet. Het vermogen om jezelf in de spiegel te herkennen, gereedschap te maken of de kunst van het leren – lang dachten wetenschappers dat dit unieke eigenschappen van de mens waren. Door de jaren heen werd dit rijtje echter steeds korter, want altijd weer bleken er diersoorten te zijn die deze eigenschappen óók hadden.


Slide 15 - Tekstslide

Nederlands 1B :) Oefenen met alinea's en kernzinnen
Gaan naar de methodesite > Lezen 3.3 > opdracht 5

(1) Er zijn nog maar weinig eigenschappen die mensen wel hebben en dieren niet. Het vermogen om jezelf in de spiegel te herkennen, gereedschap te maken of de kunst van het leren – lang dachten wetenschappers dat dit unieke eigenschappen van de mens waren. Door de jaren heen werd dit rijtje echter steeds korter, want altijd weer bleken er diersoorten te zijn die deze eigenschappen óók hadden.


Slide 16 - Tekstslide

Nederlands 1B :) Oefenen met alinea's en kernzinnen
Maak digitaal opdracht 4, 5, 6, 7 en 8.
Kijk de opdrachten gelijk na. 



Klaar? Zet in het gedeelde bestand de titel en schrijver van het boek dat je gaat lezen voor de boekpresentatie. (de link komt in de chat)
Dit is het huiswerk voor donderdag!

Slide 17 - Tekstslide

Nederlands 1B :) Oefenen met alinea's en kernzinnen
De volgende les (donderdag)
Lezen 3.3
hoofd- en bijzaken onderscheiden;
signaalwoorden herkennen die een tegenstelling aangeven.

De les daarna (vrijdag)
Je nieuwe leesboek mee
                                                                    Wat was ook alweer het woord van de week?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link