6 Lezen H 3 les 2

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Waarom beter Nederlands leren
spreken, schrijven, lezen, luisteren?

Slide 3 - Tekstslide

WELKOM 1B
Vandaag:
  1. Dagopening
  2. Herhaling gedicht van gisteren
  3. Afmaken Test jezelf 2.7 en 2.8
  4. Quizlet leren woorden hoofdstuk 2
  5. Quizlet live
  6. Kerstvakantiequiz










timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Nederlands 1B :) Woord van de week




Zoek even in de lijst!

Slide 5 - Tekstslide

Nederlands 1B :) Woord van de week
De fobie

  • Betekenis: de ziekelijke angst (uit het Grieks)


Slide 6 - Tekstslide

Gedicht

Slide 7 - Tekstslide

Nederlands 1B :) Woord van de week

Slide 8 - Tekstslide

Nederlands 1B :) Woord van de week
Uniek

  • Betekenis: uitzonderlijk, waar er maar één van is.

  • Voorbeeldzin?

Slide 9 - Tekstslide

Nederlands 1B :) Lezen H3
Deze les oefenen we:

  • alinea’s herkennen;
  • kernzinnen in een alinea aanwijzen;
  • hoofd- en bijzaken onderscheiden;
  • signaalwoorden herkennen die een tegenstelling aangeven.

Toetsweek: hfst. 2:    2.3 / 2.5 / 2.7 / 2.8

Slide 10 - Tekstslide

Nederlands 1B :) Tekstverband tegenstelling
Tegenstelling:

Geen klus is te groot, geen pup is te ...

Slide 11 - Tekstslide

Nederlands 1B :) Tekstverband tegenstelling
Tegenstelling:
De weerman vertelde dat het vandaag mooi weer zou worden, maar het regende pijpenstelen.

Wat is de tegenstelling?
Aan welk signaalwoord kan je de tegenstelling herkennen?

Slide 12 - Tekstslide

Nederlands 1B :)              


Verband:

1. opsomming


2. tegenstelling



signaalwoorden:

als eerste, bovendien, verder, daarnaast, ook, tot slot

maar, daarentegen, echter, toch, integendeel







Slide 13 - Tekstslide

Nederlands 1B Lezen H3 (herhaling)
Zo herken je een alinea:
  • een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel;
  • de laatste zin in een alinea loopt meestal niet helemaal door tot het eind van de regel;
  • de eerste regel springt soms in;
  • soms staat er een witregel tussen twee alinea’s (maar dat hoeft niet)

Slide 14 - Tekstslide

Hoe herken je een alinea?

Slide 15 - Tekstslide

Nederlands 1B :) Kernzinnen in alinea's herkennen
Elk deelonderwerp krijg een eigen alinea (of meer alinea's)

Kernzin: de zin met de belangrijkste informatie van de alinea. 
- Vaak de eerste zin. 
-De rest is toelichting bij de kernzin. Meestal is de toelichting uitleg of een voorbeeld.



Slide 16 - Tekstslide

Nederlands 1B :) Hoofdzaken en bijzaken
Hoofdzaken
De belangrijke dingen die in een tekst worden gezegd
(wat in een goede samenvatting zou staan)

Bijzaken
de minder belangrijke informatie in een tekst

(voorbeelden, uitleg, herhaling)

Slide 17 - Tekstslide

Nederlands 1B :) Oefenen
Ga naar de methodesite > Lezen 3.3 

(In SW uur: opdracht 15-17 al gedaan)
Maak opdracht (15, 16, 17,) 18 en 19
Kijk de opdrachten gelijk na.

Klaar? oefenen met de woordtrainer van paragraaf 3.5
Straks een kahoot over lezen h. 1-3



Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Morgen:
Geen spullen mee voor Nederlands!!

Slide 20 - Tekstslide