In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Tijdvak 2 - Grieken
Geloof
Slide 1 - Tekstslide
Tijdvak 2
• 3000 v.C. - 500 n.C.
Slide 2 - Tekstslide
Eén volk
• Ze spraken dezelfde taal • Hadden hetzelfde schrift • Zelfde mythen, sagen en legenden.
Slide 3 - Tekstslide
Homerus
• Dichter/ schrijver • Schreef de Ilias en Odyssee •Schreef over goden met menselijke trekjes.
Slide 4 - Tekstslide
Odyssee / Ilias
• Lange verhalen zoals dit worden een Epos genoemd.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Griekse Goden
• Zeus was de oppergod. • Hij heerste over hemel en aarde. • Hij woonde op de berg Olympus.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Griekse Goden
• Poseidon: broer van Zeus. Waakte over de zeeën • Hades: broer van Zeus. Heerste over het dodenrijk • Hera: zus van Zeus. Hier kreeg Zeus verschillende kinderen mee.
Slide 9 - Tekstslide
Griekse Goden
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Offers
• De Grieken wilden de goden gunstig stemmen.
• Daarom waren er tempels en brachten ze offers. • Als ze raad nodig hadden konden ze naar een orakel. Bijvoorbeeld in Delphi.
Slide 12 - Tekstslide
Goed en slecht
• Goden veroorzaakten goede dingen. Bijvoorbeeld: goede oogst. • Maar ook slechte dingen, bijvoorbeeld ziekte.
Slide 13 - Tekstslide
Bovennatuurlijk
De Griekse mythen gaven bovennatuurlijke verklaringen voor verschijnselen in de natuur en maatschappij.
Slide 14 - Tekstslide
Ratio
• Vanaf de 6e eeuw v.C. namen Griekse filosofen geen genoegen meer met de 'bovennatuurlijke' verklaringen. • Ze wilden met hun verstand (ratio) begrijpen hoe dingen in elkaar zaten.