4.1 + H4.2 + H4.3 getallen

Toets Wi H3 bespreken
Hoe gaan we te werk?
  • Alle spullen van tafel!!
  • Mobieltje in de kluis
  • Opgaven een voor een bespreken
  • Vragen of verkeerde telling? Geef dit aan!!
  • Geen vragen/opmerkingen, proefwerk op de hoek van ded tafel
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Toets Wi H3 bespreken
Hoe gaan we te werk?
  • Alle spullen van tafel!!
  • Mobieltje in de kluis
  • Opgaven een voor een bespreken
  • Vragen of verkeerde telling? Geef dit aan!!
  • Geen vragen/opmerkingen, proefwerk op de hoek van ded tafel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 4 Getallen
4.1 getallen  + H4.2  grote getallen + H4.3 afronden

Ga rustig zitten met je wiskunde spullen op de tafel 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag

  • Voorkennis H4    blz.194   opgave 1 t/m 6 maken in stilte!!!
  • klaar? nakijken-schrift/boek controleren
  • klaar? H4.1 lezen en blz.196 opgave T, 2, 3,5 maken
  • H4.1 getallen. laptop opstarten en inloggen in lessonup
  • Leerdoelencheck
  • Aan de slag!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel van vandaag H4.1
Je kunt grote getallen in cijfers en woorden schrijven.
je kunt decimale getallen op volgorde zetten
Je weet wat veelvouden zijn
Je weet wat delers zijn
je kunt even en oneven getallen herkennen
Criteria's: 
tafels, volgorde van getallen, grote getallen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis blz. 194  gelukt?
Is het gelukt met de opgaven uit de voorkennis?

De volgende opgaven hebben jullie gemaakt:
Opgaven 1 t/m 6 maken

Mocht je vragen hebben, dan kun je deze nu stellen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote getallen
Grote getallen kun je in woorden schrijven of met cijfers:

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe theorie
De waarde van getallen
Cijfers en getallen, wat is het verschil?

Het getal 634 bestaat uit de cijfers 6, 3 en 4.
Uit welke cijfers bestaat het getal: 8129?

In het getal 8129 heeft elke cijfers een andere waarde 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

sleep naar de juiste plaats:
honderdtallen
eenheden
tienden
duizendsten

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg
Voorbeeld: 8129

Het getal 8 heeft een waarde van 8000 (duizendtallen)
Het getal 1 heeft een waarde van 100 (honderdtallen)
Het getal 2 heeft een waarde van 20 (tientallen)
Het getal 9 heeft een waarde van 9 (eenheden)
Tip: vervang de overige getallen voor 0 en je hebt je antwoord

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg
Maar hoe zit het met komma getallen?

21,35
2 heeft een waarde van 20 (tientallen)
1 heeft een waarde van 1 (eenheden)
3 heeft een waarde van 0,3 (tienden)
5 heeft een waarde van 0,05 (honderdsten)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe theorie
Grote getallen
Duizend = 1000 (3 nullen)
Miljoen = 1 000 000 (6 nullen)
Miljard = 1 000 000 000 (9 nullen)
Biljoen = 1 000 000 000 000 (12 nullen)

We moeten woorden naar cijfers kunnen omzetten en andersom

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet het juiste getal bij het juiste woord.
Miljoen
Biljoen
Duizend
Miljard
1 000 000 000
1 000 000
1 000
1 000 000 000 000

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 19,6 miljoen in cijfers
(denk aan de spaties!)

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 5 190 000 in woorden
(eerst het getal en dan het woord)

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

getallenlijn
Decimale getallen zijn getallen achter de komma. 
Ze hebben hun eigen plek op de getallenlijn.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4,5
2,3
0,7
5,2
0,2
2,5
5,3

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Delers
Deler is een geheel getal waardoor je een getal kan delen.

Neem het getal 36.       
36 : 2 = 18        2 en 18 zijn beide delers van 36
Andere delers van 36 zijn: 
         

   

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veelvoud
Je kunt ook zeggen 36 is een veelvoud van 2 (want 2x18=36). 
De veelvouden van een getal zijn de getallen van de tafel van dat getal.

Veelvouden van 2 zijn:     2,4,6,8,10, ..
Veelvouden van 13 zijn:   13,26,39,52, ..




De eerste 5 veelvouden van 2 zijn: 2, 4, 6, 8, 10  

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn alle delers van 20?
timer
1:00

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zij de eerste 6 veelvouden van 5?
A
1,2,3,4,5,6
B
30,25,35,40,50,54
C
5,10,15,20,25,30

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Decimale getallen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rond af op 3 decimalen: 7,653685

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1,4 : 100 =
A
0,014
B
0,14
C
0,0014
D
14

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Even of oneven

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veelvouden
  1. Noteer de eerste drie veelvouden van 5
  2. Noteer de eerste vijf veelvouden van 3
  3. Noteer de eerste vier veelvouden van 6
  4. Noteer de eerste drie veelvouden van 12
  5. Is 34 een veelvoud van 3?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deler / Veelvoud. 
Delers / Veelvoud 
Delers:
Je kunt 28 delen door 7. Daarom is 7 een deler van 28. 
Veelvoud:
Je kunt 45 delen door 5. Daarom is 45 een veelvoud van 5. 

Slide 27 - Tekstslide

er zijn nog meer delers zoals 1 2 4 14 28
Er zijn nog meer vervouden zoals 5 10 15 20 25 30 enz
Ik kan de waarde van een cijfer in een getal bepalen
Ik kan grote getallen van woorden naar cijfers schrijven
Ik kan grote getallen van cijfers naar woorden schrijven
Ik kan de delers van een getal vinden
Ik kan de veelvouden van een getal vinden
Ik kan even en oneven getallen opschrijven
Ik kan decimale getallen op de getallenlijn plaatsen

leerdoelencheck
Ik kan de waarde van een cijfer in een getal bepalen
Ik kan grote getallen van woorden naar cijfers schrijven
Ik kan grote getallen van cijfers naar woorden schrijven
Ik kan de delers van een getal vinden
Ik kan de veelvouden van een getal vinden
Ik kan even en oneven getallen opschrijven
Ik kan decimale getallen op de getallenlijn plaatsen
ik snap het niet en wil extra uitleg (instructietafel)
ik ga eerst de theorie lezen en daarna aan de slag met de opdrachten
ik snap het wel en ga gelijk aan de slag met de opdrachten

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag H4.1

Maken: H4.1 

Wat?  Blz.196 opgave T, 2,5,7

         Blz. 198 opgave 9,14,


         Blz. 200 opgave T, 21, 25,29

         Blz. 202 opgave 32,34,35    

 

klaar? H4.2 opgave T, 39, 43


Klaar? Nakijken




Je gaat rustig aan het werk!
Heb je een vraag: Lees je aantekeningen door, 
lees de uitleg in het boek en/of overleg op fluistertoon met 
je buurman / buurvrouw vóór je je vinger opsteekt. 


timer
5:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H4.3 afronden blz.208

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkschema afronden decimale getallen
Kijk naar de eerste decimaal die je weglaat.
  • Is die decimaal een 5 of hoger?
            Dan wordt het cijfer ervoor 1 hoger.
                      Dat noemen we afronden naar boven.
  • Is die decimaal kleiner dan 5?
            Dan verandert het cijfer ervoor niet.
                      Dat noemen we afronden naar beneden.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rond 10,72864 af op twee decimalen

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond 5,356 af op een geheel getal

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond 867 af op honderdtallen

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond 45497 af op duizendtallen

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

afmaken: H4.1 + H4.2


Wat? H4.2 blz. 205 opgave T, 39, 43

        H4.3 blz.209 opgave T, 49, 51 (1e rij)

              opgave 52,54,55 

              blz, 212 opgave T, 59


Klaar? Nakijken + docent laten zien!




Je gaat rustig aan het werk!
Heb je een vraag: Lees je aantekeningen door, 
lees de uitleg in het boek en/of overleg op fluistertoon met 
je buurman / buurvrouw vóór je je vinger opsteekt. 


timer
10:00

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies