Dit hoofdstuk gaat over wat men weet over hoe zenuwweefsel/ zenuwcellen veranderen als gevolg van leren.
Je hebt de informatie nodig om de opdrachten in het opdrachtenboek goed te maken. Het kan ook helpen om te bergrijpen hoe leren werkt (en kan dus input zijn voor je Learner Report).
Slide 2 - Tekstslide
Psychologie van het leren
Voor leren is het nodig dat de
blackbox verandert als gevolg
van bepaalde input.
Anders kan de output niet
veranderen.
Slide 3 - Tekstslide
Onderwerpen
Hoe veranderen hersenen op celniveau?
Hoe meet je aan individuele cellen
Hoe werkt Long Term Potentiation (LTP) op cellulair en moleculair niveau
Welke rol spelen angst en beloning bij het vormen van herinneringen
Slide 4 - Tekstslide
Voorkennis
anatomie van een zenuwcel
signaaloverdracht tussen zenuwcellen met neurotransmitters (EPSP/ IPSP)
Slide 5 - Tekstslide
Plasticiteit van de hersenen
Uit in vitro onderzoek is gebleken dat hersenen in staat zijn om te veranderen.
In vitro: in levende cellen.
Op scans kun je ook veel hersenprocessen zien
maar je kunt lastig veranderingen laten zien.
Slide 6 - Tekstslide
Cellulaire plasticiteit
neurogenese: aanmaak van nieuwe neuronen/ zenuwcellen
apoptose: natuurlijke (geprogrammeerde) celdood
Slide 7 - Tekstslide
Cellulaire plasticiteit
synaptogenese: aanmaken van nieuwe synapsen -> nieuwe koppelingen tussen cellen (puberteit, frontale cortex)
pruning (snoeien): verbindingen tussen neuronen verdwijnen
Slide 8 - Tekstslide
Cellulaire plasticiteit
myelinisatie: aanmaak myelineschede rondom uitlopers: impulsoverdracht gaat veel sneller. Synaptogenese is daarna niet meer mogelijk.
Slide 9 - Tekstslide
Long Term Potentiation
Bijvende aanpassing in zenuwcellen na stimulatie. Kan een verklaring zijn voor het lerend vermogen van de hersenen. Aangetoond in de hippocampus.
Slide 10 - Tekstslide
Hippocampus
Trisynaptisch circuit
Slide 11 - Tekstslide
Patch clamping
Meten van potentiaalverschil in levende zenuwcellen.
Slide 12 - Tekstslide
Wanneer het CA3 neuron wordt gestimuleerd volgens profiel 1 dan volgen lage EPSP's in de CA1 cel
Slide 13 - Tekstslide
Wanneer het CA3 neuron wordt gestimuleerd volgens profiel 2 met een tetanus (hoogfrequente stimulatie) dan worden de EPSP's daarna hoger in de CA1 cel
Slide 14 - Tekstslide
In een grafiek uitgezet in EPSP sterkte.
Dit betekent dat er iets in de CA1 zenuwcel verandert als gevolg van de sterke stimulatie!
Slide 15 - Tekstslide
LTP
2 specifieke aanpassingen in de hippocampus cellen die LTP mogelijk maken:
* Back propagation
* NMDA en AMPA receptoren
Slide 16 - Tekstslide
Back propagation (bpAP)
Voldoende stimulatie van de
CA1 cel leidt niet alleen tot een
actiepotentiaal over het axon
maar ook terug over de dendriet.
Uniek voor bepaalde zenuw-
cellen.
Dit heet backpropagation.
Slide 17 - Tekstslide
AMPA en NMDA receptoren
Op de postsynaptische membranen van de dendrieten bevinden zich twee typen receptoren: AMPA en NMDA.
Lage stimulatie:
glutamaat bindt alleen de AMPA
receptor (neurotransmitter).
Na+ poorten openen en een actie-
potentiaal start in het CA1 neuron.
Slide 18 - Tekstslide
AMPA en NMDA receptoren
Tetanus (hoogfrequente) stimulatie:
Mg2+ ion wordt verdreven uit de
NMDA receptor door de actiepo-
tentiaal die terugkeert. Hierdoor
wordt de NMDA receptor
gedeblokkeerd. Er is ook nog
steeds glutamaat aanwezig in de
synapsspleet en bindt aan de NMDA receptor. Ca2+ ionen stromen naar binnen.
Slide 19 - Tekstslide
NMDA receptoren en Ca2+
Hierdoor volgt een signaalcascade:
-> AMPA receptoren worden gevoeliger
voor glutamaat
-> er komen meer AMPA receptoren
-> AMPA receptoren worden naar betere
plekken verplaatst
-> dendriet gaat meer vertakkingen
maken
Slide 20 - Tekstslide
NMDA receptoren en Ca2+
Hierdoor wordt de CA1 cel gevoeliger
voor dezelfde impuls!
Slide 21 - Tekstslide
Een cel kan leren!
We hebben nu aangetoond dat een cel kan leren.
De betrokkenheid van de NMDA receptoren is extra aangetoond door experimenten waarbij deze receptor is uitgeschakeld op verschillende manieren: leren verloopt dan minder goed.
Volgende stap: hoe kunnen twee signalen aan elkaar worden gekoppeld? Associatief leren.
Slide 22 - Tekstslide
LTP in het beloningscentrum
Beloningscentrum (in de
nucleus accumbens) wordt
gestimuleerd als er
dopamine vrijkomt in de
VTA neuronen.
Slide 23 - Tekstslide
LTP in het beloningscentrum
Stap 1: een muis ziet een kers.
De EPSP komt niet over
de dempelwaarde. Er volgt
geen actiepotentiaal in de VTA
cel en er komt
geen dopamine vrij.
Het beloningscentrum wordt
niet gestimuleerd.
Slide 24 - Tekstslide
LTP in het beloningscentrum
Stap 2: een muis proeft een
kers.
De EPSP komt over de drempel-
waarde en er komt een actie-
potentiaal in de VTA cel: het
beloningscentrum wordt gesti-
muleerd (aangeboren).
Slide 25 - Tekstslide
LTP in het beloningscentrum
Stap 3: Door back propagation
(pbAP) wordt óók de synaps
waar de visuele prikkel binnen-
kwam versterkt. Hier zit immers
ook neurotransmitter.
Slide 26 - Tekstslide
LTP in het beloningscentrum
Stap 4: het zien van de muis
levert nu ook een actie-
potentiaal op in de VTA cel en
het beloningscentrum wordt
getriggerd.
Er is een declaratieve
herinnering ontstaan.
Slide 27 - Tekstslide
Angstcentrum en K.I.
In het angstcentrum werken vegelijkbare processen. Zo worden bepaalde prikkels gekoppeld aan angstgevoelens.
Bij Kunstmatige Intelligentie wordt ook gebruik gemaakt van dit principe om lerende kunstmatige netwerken te maken.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.