In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
6.1 Belastingen op aankopen
Je weet wat belastingen zijn
Je weet wat accijnzen zijn
Je weet wat btw is.
Je weet welke btw tarieven er gehanteerd worden
Slide 1 - Tekstslide
BELASTINGEN
Slide 2 - Tekstslide
Wat gebeurt er met onze betaalde belastingen?
Slide 3 - Tekstslide
Twee soorten belastingen
Er zijn directe belastingen en indirecte belastingen.
Slide 4 - Tekstslide
Directe belastingen zijn belastingen die direct door de overheid wordt geheven zoals : inkomstenbelasting en vermogensbelasting
Inkomen
Winst
Slide 5 - Tekstslide
Indirecte belastingen zijn belastingen die niet direct door de overheid worden geheven maar door een ander zoals: btw in winkels en accijnsen op benzine
btw op aankopen in de winkel
accijns
Slide 6 - Tekstslide
Wat is btw?
Slide 7 - Woordweb
BTW - welke tarieven zijn er?
Maak 6.1 blz 44 en 45
Maak 6.2 blz 48 en 49
Maken opdracht 6.1 en 6.2
Slide 8 - Tekstslide
BTW- tarieven
Op de meeste producten en diensten zit het hoge BTW tarief: 21%
Op andere producten zit het lage BTW tarief 9%
Luxe behoeften
Noodzakelijke behoeften
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Waarom heft de overheid belasting op alcohol?
Slide 12 - Open vraag
Opdrachten maken
Schrijf je antwoorden op in je werkboek.
Slide 13 - Tekstslide
Vraag 1. Geef twee voorbeelden van directe belastingen?
Slide 14 - Tekstslide
Vraag 2. Geef twee voorbeelden van indirecte belastingen?
Slide 15 - Tekstslide
Een pakje sigaretten kost € 4,50 in de winkel. Ik koop in totaal 20 pakjes.
Vraag 3a. Hoeveel kosten 20 pakjes sigaretten?
Vraag 3b. Leg uit wat accijns betekent?
Vraag 3c. Hoeveel accijns moet ik in totaal betalen?
Slide 16 - Tekstslide
Jullie zien hier een aankoopbon.
Vraag 4a. Wat is het bedrag dat er betaald moet worden aan btw?
Vraag 4 b.Welk btw tarief wordt hier gehanteerd?
Vraag 4 c.Welk goed is hier gekocht?
Slide 17 - Tekstslide
Terugblik 6.1
- Heb je geleerd over de btw en accijnzen
- dat er verschillende tarieven zijn
- rekenen met btw
Slide 18 - Tekstslide
Intro
Een auto rijden kost geld. Niet alleen de verzekering en de benzine. Een deel is ook voor de overheid in de vorm van belasting en accijnzen
Slide 19 - Tekstslide
Belasting en de auto
Motorrijtuigenbelasting moeten alle bezitters van een motorvoertuig betalen. De provincie doet hier nog een bedrag bovenop.
Het tarief hangt af van waar je woont, gewicht van je auto en het soort brandstof.
Dit is een houderschapsbelasting. Je betaalt alleen als je een motorvoertuig hebt.
Slide 20 - Tekstslide
Belasting en de auto
Er zit minder accijns op een diesel dan op een brandstof auto. Een dieselauto rijdt dus goedkoper.
Een dieselauto is wel duurder in aanschaf. Dus loont het alleen als je veel rijdt. Accijns wordt bij de benzine opgeteld.
Slide 21 - Tekstslide
2 Belasting en de auto
Er zit minder accijns op LPG brandstof en op electrische auto's zit helemaal geen motorrijtuigenbelasting.
Deze auto's zijn wel veel duurder in aanschaf. Het is dus alleen lonend als je veel rijdt. Dan verdien je de aanschaf als het ware terug.