Er zijn twee aparte kanalen (auditief en visueel) om informatie te verwerken;
Elk kanaal heeft een beperkte capaciteit;
Leren is een actief proces waarbij informatie wordt gefilterd, georganiseerd en geïntegreerd
Slide 4 - Tekstslide
CTML
leerlingen leren beter wanneer alle overbodige elementen (woorden, afbeeldingen, geluiden) worden weggelaten uit het leermateriaal. Daardoor kunnen de leerlingen beter focussen op de essentie.
leerlingen leren beter wanneer er verbale (titels, signaalwoorden enzovoort) en visuele (pijlen enzovoort) aanwijzingen zijn voor de organisatie van het (belangrijkste) materiaal.
gedrukte woorden toevoegen leidt niet tot betere leerresultaten wanneer er al beeldmateriaal en gesproken woorden aangeboden worden.
Slide 5 - Tekstslide
CTML
leerlingen leren beter wanneer woorden en afbeeldingen die samen horen dichter bij elkaar worden afgebeeld op het scherm of op het blad dan wanneer ze verder van elkaar staan.
leerlingen leren beter wanneer woorden en afbeeldingen die samen horen tegelijkertiid worden afgebeeld op het scherm of op het blad dan wanneer ze na elkaar worden getoond.
leerlingen leren beter wanneer ze de les op hun eigen tempo in verschillende stappen kunnen doorlopen dan wanneer het één doorlopend geheel is.
Slide 6 - Tekstslide
CTML
leerlingen leren beter wanneer ze vooraf al vertrouwd zijn met de namen en de eigenschappen van de belangrijkste concepten die in het lesmateriaal aan bod komen.
leerlingen leren beter wanneer beeldmateriaal is verrijkt met audio dan met tekst.
leerlingen leren beter wanneer ze tekst en afbeeldingen te zien krijgen dan wanneer alleen tekst wordt gebruikt.
leerlingen leren beter van multimediaal materiaal wanneer alledaagse spreektaal wordt gebruikt in plaats van formeel taalgebruik.
Slide 7 - Tekstslide
CTML
leerlingen leren beter wanneer ze een vriendelijke menselijke stem horen
leerlingen !eren niet noodzakelijk beter wanneer de afbeelding van de spreker op het scherm wordt toegevoegd.