hulpwerkwoorden
moeten
kunnen
mogen
willen
mogen
houden van
leuk vinden
aardig vinden
lusten
mögen
wollen
dürfen
müssen
können
1 / 15
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
moeten
kunnen
mogen
willen
mogen
houden van
leuk vinden
aardig vinden
lusten
mögen
wollen
dürfen
müssen
können
Slide 1 - Sleepvraag
Ich
Du
er/ sie (1) / es
wir
Ihr
Sie / sie (2)
mögen
mögt
magst
mag
mögen
mag
Slide 2 - Sleepvraag
sie/Sie
du
ich
wir
ihr
Slide 3 - Sleepvraag
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
will
wollen
willst
wollt
will
wollen
Slide 4 - Sleepvraag
Het werkwoord können
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
kann
kannst
kann
können
könnt
können
Slide 5 - Sleepvraag
Het werkwoord dürfen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
darf
darfst
darf
dürfen
dürft
dürfen
Slide 6 - Sleepvraag
Kies de juiste betekenis:
Er _________ (mag) heute ausschlafen.
Er _________ (mag) heute ausschlafen.
A
müssen
B
möchten
C
dürfen
D
mögen
Slide 7 - Quizvraag
Kies de juiste betekenis:
Ich ______ (zou graag willen) Ski fahren.
Ich ______ (zou graag willen) Ski fahren.
A
mögen
B
möchten
C
wollen
D
sollen
Slide 8 - Quizvraag
Saskia....(dürfen)
A
darf
B
darfst
C
dürfen
D
dürft
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de betekenis van dürfen?
A
moeten
B
durven
C
mogen
Slide 10 - Quizvraag
_______(lusten) du Himbeersaft?
A
möchtest
B
magst
C
magest
D
mögst
Slide 11 - Quizvraag
lusten - Wir _____ Spaghetti.
A
möchten
B
mögen
Slide 12 - Quizvraag
houden van, lusten
A
mochten
B
mögen
C
mogen
Slide 13 - Quizvraag
Wieviel hast du verstanden?
Slide 14 - Poll
Ik ken de betekenis van de modale werkwoorden
Ik kan de modale werkwoorden vervoegen
Ik kan de modale werkwoorden vervoegen
😒🙁😐🙂😃
