In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Weektaak
Opgave 2,3,4,5,6 → voor donderdag
Opgave 7,8,9,10,11 → voor vandaag
Opgave 13,14,15,16,17 → voor woensdag 31-5
Opgave 18, 19, 20, 23 → voor donderdag 1-6
Slide 1 - Tekstslide
13.2 Draaisymmetrie
Slide 2 - Tekstslide
13.2 Draaisymmetrie
Wat gaan we deze les leren:
Wanneer en figuur draaisymmetrisch is
De kleinste draaihoek van een draaisymmetrisch figuur berekenen.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Je kan een figuur in alle standen draaien. Zie het hartje hieronder die kunnen we bv om 45 graden draaien en dat ziet er dan als volgt uit:
Maar als we het hebben over draaisymmetrisch bedoelen we dat je een figuur draait zo dat het figuur weer precies hetzelfde is gebleven.
Slide 5 - Tekstslide
je ziet hier figuur die ik een aantal keer heb gedraaid.
maar als we het hebben over draaisymetrisch dan is er maar 1 oplossing en dat is een heel rondje om dus 360 graden. Alleen dan zie je niet dat het hartje is gedraaid!
Slide 6 - Tekstslide
niet draaisymmetrisch
draaisymmetrisch over
180 graden
Slide 7 - Tekstslide
Het logo hiernaast kan je wel 3x draaien en dan zie je het niet. het gaat alleen om het logo. Niet het witte vierkant eromheen
Aan de rode stip kan je zien dat het figuur 3x is gedraaid
beginstand 1 2 3
Slide 8 - Tekstslide
Hoe bepaal je nou de kleinste draaihoek?
Stap 1: Kijk hoe vaak je een figuur kan draaien zonder dat de figuur veranderd.