H3D P2 les 11 - BZL (05-01-2021)

¿Qué tal las vacaciones?

1 / 23

Slide 1: Tekstslide

SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

¿Qué tal las vacaciones?

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken online lessen

Slide 2 - Tekstslide

El programa de hoy

Tareas vorige les
Materiaal online lessen
PO Sollicitatie brief
El uso del pretérito indefinido

Slide 3 - Tekstslide

Tareas vorige les

Paso Adelante p.79 ejercicio 30B

p.80 ejercicio 31 A&B

Slide 4 - Tekstslide

Materiaal online lessen

Studiewijzer/ planning
Quizlet
Lessonup (opdrachten en online lessen)
Werkdocument google classroom, wordt gecheckt op maandag
Paso adelante TB en WB deel A
Themaboekje periode 2. Quién soy
FAQ formulier

Slide 5 - Tekstslide

Sollicitatie brief schrijven

- voorbereidende opdracht

- motivatie brief

- inleveren in classroom uiterlijk 19-01-2021

Slide 6 - Tekstslide

Indefinido

Regelmatig

Slide 7 - Tekstslide

De pretérito indefinido= de o.v.t. : ik at, jij ging

- De indefinido gebruik je bij een afgesloten handeling, gebeurtenis op een bepaald moment / periode in het verleden.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

INDEFINIDO

De indefinido wordt gebruikt voor gebeurtenissen die op een bepaald moment in het verleden plaatsvonden. Deze gebeurtenissen/acties zijn afgesloten en hebben voor de spreker geen verband met het heden.

Ayer hablé con mi abuelo sobre las clases en línea.

Gisteren praatte ik met mijn opa over de online lessen.

Ik heb gisteren met mijn opa over de online lessen gesproken.

Slide 10 - Tekstslide

Marcadores del indefinido

Slide 11 - Tekstslide

Indefinido (signaalwoorden)

ayer, anteayer, anoche

la semana pasada

el año/mes/verano pasado

el otro día, el lunes, el martes

hace 1,2,3 día(s) /semana(s)

en 1946, el 14 de febrero (datum)

en marzo... navidades...

aquel día, aquel invierno, desde 1995 hasta 1998,

de repente, cuando,

el/la último/a día/tarde...

Leer de vertaling van de signaalwoorden!

DEZE TIJD HEEFT EEN DUIDELIJK BEGIN EN EIND!

Slide 12 - Tekstslide

De Indefinido van ser en ir:

onregelmatig én hetzefde

fui

fuiste

fue

fuimos

fuisteis

fueron

ir / ser =

Slide 13 - Tekstslide

ser ir tener estar

fui fui tuve estuve

fuiste fuiste tuviste estuviste

fue fue tuvo estuvo

fuimos fuimos tuvimos estuvimos

fuisteis fuisteis tuvisteis estuvisteis

fueron fueron tuvieron estuvieron

Slide 14 - Tekstslide

gisteren

in 2002

afgelopen/vorige week

de laatste keer

drie jaar geleden

Ayer

la última vez

Hace tres años

la semana pasada

En 2002

Slide 15 - Sleepvraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in de indefinido in. "Ayer yo (habler) con mis abuelos.

hablé

hablaste

habló

hablamos

Slide 16 - Quizvraag

Tú (comer) pizza ayer, ¿verdad?

comí

comimos

comió

comiste

Slide 17 - Quizvraag

Del 2015 al 2019 Juan (vivir) en Madrid.

vivió

viviste

viví

vivimos

Slide 18 - Quizvraag

La semana pasada nosotros (visitar) a los abuelos.

visité

visitaste

visitó

visitamos

Slide 19 - Quizvraag

La semana pasada vosotros (ir) a casa de los abuelos.

fui

fuiste

fue

fuisteis

Slide 20 - Quizvraag

Hola chicos, (aprender) español en las vacaciones pasadas?

aprendí

aprendió

aprendisteis

aprendimos

Slide 21 - Quizvraag

Ayer mis amigos (escribir) muchos mensajes por WhastApp.

escribió

escribieron

escribisteis

escribiste

Slide 22 - Quizvraag

Volgende les

Leren:

Vocabulario 2.3

Frases clave bron E, Paso adelante TB. p 22

Maken: (https://LessonUp.app/invite/h/T9kaRWwmYnwWpb24M
)

Quién soy P. 10 y 12, ejercicio 1A y 1C

Quién soy P. 61, ejercicio 1 y 2.

Slide 23 - Tekstslide