§5.6 ontwikkelingssamenwerking (kader)/ §5.6 De eurozone (PM)

Aan de slag
H5.6 Ontwikkelingssamenwerking (kader)

T.boertien@ooz.nl
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Aan de slag
H5.6 Ontwikkelingssamenwerking (kader)

T.boertien@ooz.nl

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Ik kan verschillende vormen van ontwikkelingssamenwerking noemen.
  • Ik kan aangeven wanneer de verschillende vormen van ontwikkelingssamenwerking worden toegepast.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelingsamenwerkingen
Hulpverlening aan en in overleg met ontwikkelingslanden.

1. Noodhulp: Hulp om de ergste gevolgen op te vangen (ramp)
2. Structurele hulp: biedt een blijvende oplossing voor een probleem 
3. (on)gebonden hulp: Hulp aan ontwikkelingslanden waaraan (geen) voorwaarden verbonden zijn.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke vorm van
ontwikkelingssamenwerking
zie je hier?
A
Nood hulp
B
Structurele hulp
C
Gebonden hulp
D
Ongebonden hulp

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke vorm van
ontwikkelingssamenwerking
zie je hier?
A
Nood hulp
B
Structurele hulp
C
Gebonden hulp
D
Ongebonden hulp

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke vorm van
ontwikkelingssamenwerking
zie je hier?
A
Nood hulp
B
Structurele hulp
C
Gebonden hulp
D
Ongebonden hulp

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bilaterale/ internationale hulp 
Bilaterale hulp (rechtstreeks aan ontwikkelingslanden);

Hulp via internationale instellingen.
Bijv: Verenigde Naties, Wereldbank of Internationaal monetair fonds, WTO


Slide 7 - Tekstslide

Nederland kan bilaterale hulp geven aan een ontwikkelingsland door geld en expertise te bieden voor de aanleg van drinkwatervoorzieningen.
Aan de slag
Zelfstandig maken: 
  • Hoofdstuk: 5 paragraaf: 6
  • Opdracht(en): 1 t/m 9
  • Tijdsduur: 20 minuten
  • Klaar?: huiswerk ander vak

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
§5.6 De eurozone (PM)

T.boertien@ooz.nl

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wisselkoersen en risico's
Wisselkoersen: Landen in de EMU betalen met euro’s. Hierdoor hoef je bij reizen geen geld te wisselen en zie je direct prijsverschillen.

Koersrisico: De waarde van vreemde valuta schommelt. Dit kan handel duurder maken en tot inflatie leiden. Binnen de eurozone is dit risico er niet.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van koerswisselingen
  1. Een zwakke euro maakt export goedkoper en stimuleert werkgelegenheid. 
  2. Een sterke euro maakt import goedkoper maar remt de export.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraken en ECB
  • Eurolanden moeten hun begroting en staatsschuld beheersen om de euro stabiel te houden en financiële problemen te voorkomen.

  • Europese Centrale Bank (ECB) bewaakt de euro en inflatie. Dit lukt door het aanpassen van rentes. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Zelfstandig maken: 
  • Hoofdstuk: 5 paragraaf: 6
  • Opdracht(en): alles
  • Tijdsduur: 20 minuten
  • Klaar?: huiswerk ander vak

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies