De lucht in de longblaasjes moet worden ververst door ventilatie, dus ademen
- inademing = inhalatie = inspiratie
- uitademing = expiratie
Hierbij zijn betrokken:
Ribben, wervelkolom, borstbeen, tussenribspieren, diafragma (middenrif)
soms buik- borst- en rugspieren (bij hoesten)