Les 5 Feit, mening en argument

Nederlands
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  • Leerdoel: feit, mening en argument.
  • Aan het einde van de les kun je feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Een tegenargument is een reden waarom je het niet eens bent met iets.
Feit, mening en argument
✅ Feit: Iets wat echt waar is en bewezen kan worden.
Bijvoorbeeld: Water kookt bij 100 graden Celsius.

✅ Mening: Wat iemand vindt of denkt.
Bijvoorbeeld: Ik vind pizza de lekkerste maaltijd.

✅ Argument: Een reden waarom je iets vindt of zegt.
Bijvoorbeeld: Pizza is de lekkerste maaltijd, omdat je eindeloos kunt variëren met toppings.

✅ Tegenargument: Een reden waarom een standpunt onjuist is.
Bijvoorbeeld: Pizza is niet de beste maaltijd, want het bevat vaak veel vet en calorieën.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even testen...
Hierna zie je 10 uitspraken. Doe mee en test jezelf of je de theorie goed begrijpt!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit, mening of argument?

Ik vind 'The Cell' een spannende film.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit, mening of argument?

Uit onderzoek blijkt dat dit een heel mooi boek is.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit, mening of argument?

Ik word namelijk gesteund door het ROC van Twente.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit, mening of argument?

Volgens mij zijn de meeste mensen erg bang.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit, mening of argument?

Het overgangsregelement zegt dat je met vijf tekortpunten niet overgaat.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit, mening of argument?

Want geur geeft sommige deodorants net iets extra's.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit, mening of argument?

Een door irritatie beschadigde huid kan leiden tot eczeem.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit, mening of argument?

Ik zou liever op vakantie gaan naar IJsland dan naar Spanje.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit, mening of argument?

Onze docent roept: "Jullie kunnen veel harder werken!"
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maak alle opdrachten van Lezen 1.5 - Feit, mening en argument

Klaar?
Check of je 1.1 t/m 1.4 af hebt.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies