Les 5 Feit, mening en argument

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  • Leerdoel: feit, mening en argument.
  • Aan het einde van de les:
- kun je een voorbeeld geven van een argument en tegenargument;
- kun je twee voorbeelden geven van een drogreden en de betekenis hiervan uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Een tegenargument is een reden waarom je het niet eens bent met iets.
Feit, mening en argument
  • Een feit is iets wat echt waar is en bewezen kan worden.

  • Een mening is wat iemand vindt of denkt.

  • Een argument is een reden waarom je iets vindt of zegt.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even testen...
Hierna zie je 10 uitspraken. Doe mee en test jezelf of je de theorie goed begrijpt!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit, mening of argument?

Ik vind 'The Cell' een spannende film.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit, mening of argument?

Uit onderzoek blijkt dat dit een heel mooi boek is.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit, mening of argument?

Ik word namelijk gesteund door het ROC van Twente.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit, mening of argument?

Volgens mij zijn de meeste mensen erg bang.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit, mening of argument?

Het overgangsregelement zegt dat je met vijf tekortpunten niet overgaat.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit, mening of argument?

Want geur geeft sommige deodorants net iets extra's.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit, mening of argument?

Een door irritatie beschadigde huid kan leiden tot eczeem.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit, mening of argument?

Ik zou liever op vakantie gaan naar IJsland dan naar Spanje.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit, mening of argument?

Onze docent roept: "Jullie kunnen veel harder werken!"
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Redenering
Standpunt + argumenten vormen samen een redenering.

Drogredenen = redeneringen of argumenten die juist lijken, maar dat niet zijn.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen
  • Gaan niet over de inhoud van de discussie of het debat; 
  • Je kan op die manier mensen misleiden in de discussie;
  • Het zorgt voor een zwakke argumentatie. 

Slide 16 - Tekstslide

Een drogreden is een fout argument dat logisch lijkt, maar niet klopt.
Drogredenen
Drogredenen -> foute argumenten of redeneringen
Veelvoorkomende drogredenen:

Onjuist beroep op autoriteit
Beweren dat iets waar is omdat een autoriteit die onbetrouwbaar is, dat zegt.
Ik vind dat we geen Olympische Spelen in Nederland moeten houden. Dat zegt de voorzitter van onze voetbalclub ook. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het voorbeeld uit het filmpje een drogreden?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maak alle opdrachten van Lezen 1.5 - Feit, mening en argument

Klaar?
Check of je 1.1 t/m 1.4 af hebt.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies