In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Feedback geven en ontvangen
Slide 1 - Tekstslide
0
Slide 2 - Video
Aan welke woorden denk jij bij FEEDBACK?
Slide 3 - Woordweb
Leervragen
- Wat is feedback geven?
- Hoe geef je feedback?
- Hoe ontvang je feedback?
Slide 4 - Tekstslide
Ik geef feedback op mijn werk of op school.
A
vaak
B
soms
C
nooit
Slide 5 - Quizvraag
Ik vind feedback geven moeilijk.
A
ja
B
nee
C
een beetje
Slide 6 - Quizvraag
Feedback: wat is het?
Feedback is een reactie op gedrag of op het werk.
Feedback kan een top zijn: het gedrag of het werk is goed. Je krijgt of geeft een compliment.
Feedback kan ook een tip zijn: het gedrag of het werk kan verbeterd worden.
Slide 7 - Tekstslide
Video
Kijk naar het filmpje op de volgende pagina.
Je beantwoordt daarna vragen over de film.
Gaat de film te snel, kijk nog een keer!
Slide 8 - Tekstslide
0
Slide 9 - Video
Feedback = kritiek geven
A
nee
B
ja
Slide 10 - Quizvraag
Er zijn twee vormen feedback. Welke vormen hoorde je in de film?
A
groen en rood
B
positief en negatief
C
tips en tops
D
tevreden en ontevreden
Slide 11 - Quizvraag
Feedback geven: 3 stappen
Begin met een compliment (positieve feedback). Gebruik de IK-boodschap: 'ik zie dat... / ik hoor dat... / ik voel dat...'
Zeg hoe het gedrag van de ander voor jou is. Vertel wat je wilt veranderen. Doe dit met respect!
Zoek samen een oplossing en sluit positief af.
Slide 12 - Tekstslide
7 tips
Kijk naar het filmpje op de volgende pagina.
Je krijgt 7 tips over het geven van feedback.
Gaat de film te snel, kijk nog een keer.
Slide 13 - Tekstslide
0
Slide 14 - Video
Dus nog even op een rij...
1. Richt je op het resultaat
2. Begin met positieve feedback
3. Houd het bij jezelf
4. Focus op gedrag en acties
5. Wees specifiek en concreet
6. Controleer of de ontvanger het begrijpt
7. Biedt ruimte voor reactie
Slide 15 - Tekstslide
Je collega is vandaag een kwartier te vroeg naar huis gegaan. Jij moest zijn werk afmaken. Je hebt daar in het weekend vaak aan gedacht, want je vond het niet eerlijk. Wat zeg je tegen jouw collega als je hem weer ziet maandag?
Slide 16 - Open vraag
Je werkbegeleider is erg aardig, maar heeft niet veel tijd om jou te begeleiden. Je vindt dit niet fijn, want je hebt het gevoel daardoor vast te lopen. Wat zeg je tegen je werkbegeleider?
Slide 17 - Open vraag
Je hebt een goed idee om het werk te verbeteren. Je wilt dit uitleggen in een werkoverleg. Je komt niet aan het woord, want jouw collega's luisteren niet goed. Wat zeg je tijdens het werkoverleg?
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Video
Dus.. Feedback ontvangen:
1. Luister geïnteresseerd
2. Neem de tijd
3. Vraag door als je iets niet begrijpt
4. En geef ook aan als je hebt begrepen wat de feedback is
5. Bespreek verbeteracties
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Je hebt een workshop gevolgd en de informatie die jij kreeg was voor jou niet belangrijk, je had het idee dat jij meer van het onderwerp wist dan dat de docent wist. Wat doe jij? Geef je feedback? Wat zeg je dan?