In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Het Romeinse Rijk feniks § 2.2
Slide 1 - Tekstslide
Juist of onjuist? Een republiek is een staat zonder koning.
A
juist
B
onjuist
Slide 2 - Quizvraag
In de Romeinse Republiek hadden de adellijke families de meeste macht.
A
juist, zij zaten in de Senaat
B
onjuist, de volksvergadering was machtiger
Slide 3 - Quizvraag
De Romeinen waren mild voor overwonnen volken die hun gezag accepteerden
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quizvraag
De belangrijkste reden voor gebiedsuitbreiding was voor de Romeinen....
A
het bemachtigen van slaven
B
rijkdom en status
C
het verspreiden van hun goden
D
het verspreiden van de Griekse kunst
Slide 5 - Quizvraag
Rond 50 v. Chr. werden generaals machtiger dan de senaat.
A
juist, soldaten vochten steeds meervoor hun generaals
B
onjuist, de keizers werden belangrijker
Slide 6 - Quizvraag
Augustus werd de eerste keizer
A
onjuist, dat is Caesar
B
onjuist, dat was Nero
C
juist, in het jaar 50 v.Chr.
D
juist, in het jaar 27 n. Chr.
Slide 7 - Quizvraag
In het oosten van het Romeinse Rijk was er een landbouwsamenleving, in het westen een landbouwstedelijke samenleving.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Wat leverde GEEN bijdrage aan de romanisering?
A
Romeinen namen Germanen in dienst als hulpsoldaten
B
Romeinen beloonden Germaanse soldaten met het burgerrecht.
C
Het Latijn was heel makkelijk te leren voor de Germanen
Slide 9 - Quizvraag
video of Spartacus
daarna vragen
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Why did Spartacus become a gladiator?
A
Hij was een vrijwilliger
B
Hij was een krijgsgevangene
C
Hij was een deserteur uit het leger
D
Hij was geboren als slaaf
Slide 12 - Quizvraag
When did Spartacus’ revolt begin?
A
73 v.Chr.
B
17 v. Chr.
C
31
D
73
Slide 13 - Quizvraag
How large could Spartacus’ army have become?
A
120.000
B
60.000
C
20.000
D
100.000
Slide 14 - Quizvraag
We have no sources for Spartacus’ rebellion (or the Third Servile War) that are written from a slave perspective. What problems does this create for learning about this conflict?