Les 2 ijs - water - waterdamp VWO2

IJs, water en waterdamp
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

IJs, water en waterdamp

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al?
Op je iPad naar de NOVA Max methode
H3 Water --> Introductie
Maak de 8 vragen

In stilte voor jezelf

De klascode: 623844

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kan de drie fasen van water herkennen in de praktijk.
  • Je kan de drie fasen waarin water kan voorkomen beschrijven met het deeltjesmodel.
  • Je kan uitleggen wat cohesie en adhesie zijn.
  • Je kan met het deeltjesmodel verklaren waarom ijs en veel andere vaste stoffen een kenmerkende kristalstructuur hebben.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Water
  • Water wat uit de kraan komt is vloeibaar.
  • Als water bevriest, is het vast.  ==> ijs
  • Water kan verdampen, dan wordt het waterdamp en dat is een gas.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 Fasen
  • Vast
  • Vloeibaar
  • Gas

De moleculen blijven altijd 
hetzelfde, welke fase 
dan ook!!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IJs - vaste vorm van water

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Model om je voor te stellen hoe moleculen zich gedragen

Echt kijken naar moleculen is ontzettend lastig, ze zijn veel te klein: nanometer schaal: 0,15 nm (water)

Vaste stoffen
  • trillen rond een evenwichtsstand.
  • deeltjes hebben een vaste positie ten opzichte van elkaar
  • Dus:
  • Vast volume
  • Vaste vorm

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vaste stoffen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Water - Vloeibare vorm van Water

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vloeistoffen
  • Deeltjes bewegen langs elkaar heen
  • deeltjes zitten zo dicht mogelijk bij elkaar
  • Dus:
  • Vast volume
  • Geen vaste vorm

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vloeistoffen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waterdamp - gas vorm van water

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gassen
  • deeltjes bewegen los van elkaar op grote afstand
  • Dus:
  • Geen vaste vorm
  • Geen vast volume

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gassen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 wolken en neerslag

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten
neerslag ken je?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

6 soorten
sneeuw
hagel
regen
rijp
ijzel 
dauw

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort van neerslag is dit?
A
Dauw
B
Rijp
C
Ijzel

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort neerslag
zie je hier?
A
Dauw
B
Rijp
C
IJzel
D
Sneeuw

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort neerslag
zie je hier?
A
Hagel
B
Rijp
C
IJzel
D
Sneeuw

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort neerslag
zie je hier?
A
Dauw
B
Rijp
C
IJzel
D
Regen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort neerslag
zie je hier?
A
Dauw
B
Rijp
C
IJzel
D
Sneeuw

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kristallen
Sneeuw heeft allerlei regelmatige vormen. Dit noemen wij kristallen.

Vaste stoffen zijn vaak opgebouwd uit kristallen. Deze kunnen groot en klein zijn
Kristallijne stoffen

Slide 24 - Tekstslide

Veel vaste stoffen bestaan uit kristallen: Kristallijne stoffen

Kristallijne stoffen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IJs en Water
De dichtheid van water is 1 gram/ cm3
Dat betekend dat 1 cm3 van de stof water een massa van 1 gram heeft
Dus 10 cm3 water heeft een massa van 10 x 1 = 10 gram

De dichtheid van ijs is 0,9 gram / cm3 
Dat betekend dat 1 cmvan de stof ijs een massa heeft van 0,9 gram
IJs is dus 'lichter' dan water    Daarom drijft ijs in water

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adhesie en cohesie

Cohesie = aantrekkingskracht tussen dezelfde soort moleculen
Adhesie = aantrekkingskracht tussen verschillende soorten moleculen

Slide 27 - Tekstslide

Cohesie komt uit het Latijn “samenhang”
Adhesie komt uit het Latijn “aanhechten”

Cohesie demonstratie
  • Een vol glas met water: gevuld tot aan de rand
  • Wat gebeurd er als ik er een muntje in gooi?
  • Hoeveel muntjes totdat overstroomt?
  • Hoe kan dat?



Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cohesie groter dan adhesie


Oppervlaktespanning door cohesie: aantrekkingskracht tussen de watermoleculen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Opdrachten paragraaf 3.1
pagina 89

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Lees paragraaf 3.1 (ook de EXTRA)
maak opdrachten 1 t/m 14 in je schrift/boek

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
  • Je kan de drie fasen van water herkennen in de praktijk.
  • Je kan de drie fasen waarin water kan voorkomen beschrijven met het deeltjesmodel.
  • Je kan uitleggen wat cohesie en adhesie zijn.
  • Je kan met het deeltjesmodel verklaren waarom ijs en veel andere vaste stoffen een kenmerkende kristalstructuur hebben.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies