15 mei

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Bienvenue!

Aujourd'hui c'est lundi

15 mai

DAGOPENING 1/2

In het Bijbelboek Samuel staat een verhaal. In dit verhaal wil Saul David doden met een spies. Maar tot 2 keer toe kon David de spies ontwijken. Saul zag dat God met hem was. Toen wilde Saul David uit zijn buurt hebben. Hij maakte hem bevelhebber van het leger. Maar ook toen was David succesvol. Saul werd nog banger voor hem.

DAGOPENING 2/2

Gebed: Vader, soms moeten we even slikken als een ander iets beter kan.   Het doet wat met hoe we naar onszelf kijken, wat we van onszelf vinden. Geef dat we niet te streng zijn voor onszelf. Dat we niet van onszelf eisen dat we altijd de beste zijn. Dat is niet nodig om een mooi mens te zijn.

Amen

Prenez vos affairs:

 vos livres

vos stylos

 vos tablettes

 vos cahiers

Page 124

Het bezittelijk voornaamwoord

eerst uitleg/lezen/video

Comment en néerlandais?

In het Nederlands kijken we naar de eigenaar.

De fiets van Rowan. Het is zijn fiets.

De scooter van Mirthe. Het is haar scooter. 

Comment en français?

In het Frans kijk je naar het zelfstandig naamwoord: 

is het mannelijk / vrouwelijk of meervoud?

Le vélo = mon vélo (mijn fiets)

La maison = ta maison (jouw huis)

L'avion = son avion

Comment en français?

 Begint het woord dat begint een stomme "h" of een klinker (AEIOU), dan gebruik je altijd: mon, ton, son.. ook bij vrouwelijke zelfstandige naamwoorden.

l'hôtel (m) = mon hôtel (mijn hotel)

l'amie (v) = ton amie (jouw vriendin)

l'avion (m) = son avion (zijn/haar vliegtuig)

Nu ga je het uit je hoofd leren!!

   H

aeiou 

Zijn er vragen??

Page 125

Zelf maken 31A en 31B(uitleg m/v)

Daarna nakijken//evt volgende les

(zijn 30 D en 30 E gemaakt?)

We gaan oefenen!!!

Wat is juist?

1. ma soeur
2. mon soeur
3. mes soeur
4. ton soeur

Wat is juist?
C'est......
2 antwoorden zijn mogelijk

1. mon maison
2. ma maison
3. mes maison
4. notre maison

Onze auto
(voiture= Vrouwelijk)

1. Notre voiture
2. nos voiture
3. ma voiture
4. mon voiture

wat is juist?
hôtel (v)

1. ma hôtel
2. mon hôtel
3. mes hôtel
4. m'hôtel

wat is juist

1. mon tomates
2. mes tomates
3. notre tomates
4. ma tomates

hoe laat is het
Il est minuit

1. twaalf uur 's middags
2. twaalf uur 's nachts
3. half 1 's middags
4. half 1 's nachts

Hoe zeg ik kwart voor 4

1. c'est trois heures moins le quart
2. il est trois heures et quart
3. il est quatre heures moins le quart
4. il est quatre heures et demie

Hoe zeg ik:
het is half 1 's middags

1. il est midi et demie
2. il est midi et demi
3. il est douze heures et demie
4. il est minuit et demi

Hoe vertaal ik :
Zij hebben

1. Ils sont
2. elles sont
3. elle est
4. Ils ont

Hoe vertaal ik
ik heb mijn rugzak

1. j'as mon sac à dos
2. j'ai mon sac à dos
3. je suis ma sac à dos
4. j'ai ma sac à dos

Werken aan de opdracht

Wat is gewijzigd?

Geen zes zinnen per foto, maar zes zinnen totaal.

Een zin bevat een werkwoord/ dubbel gebruikte zinnen tellen als 1 zin.//2 verschillende kloktijden: gebruik bijv. een heel uur en een tijd met een half uur//wel 2 verschillende bez. voornaamw.

Laat je tekst controleren!!

Les devoirs

Afmaken roman photo

Leren: Grammaire D en H op page 131

Leer uit je hoofd!!