Afsluiting Tweede Wereldoorlog H3

Test je kennis
Quiz
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Test je kennis
Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Welke jaartallen begrenzen WO II?
A
1939-1945
B
1940-1945
C
1941-1944
D
1939-1946

Slide 2 - Quizvraag

Met welke aanval start de Tweede Wereldoorlog in Europa?
A
Anschluss
B
Bezetting Sudetenland
C
Aanval op Tsjechië
D
Aanval op Polen

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer begon de Tweede Wereldoorlog in Nederland?
A
1938
B
1940
C
1939
D
1941

Slide 4 - Quizvraag

Welke codenaam kreeg de Duitse aanval op de Sovjet-Unie?
A
Fall Gelb
B
Barbarossa
C
Marker Garden
D
Overlord

Slide 5 - Quizvraag

De Tweede Wereldoorlog eindigde in Nederland op:
A
10 mei 1944
B
10 mei 1945
C
5 mei 1945
D
4 mei 1945

Slide 6 - Quizvraag

Wat wilde Hitler met de tweede wereldoorlog bereiken?
A
Alle joden en zigeuners dood
B
Uitroeiing van alle burgers
C
Werkgelegenheid creëren
D
Een Duits rijk met een zuiver Duitse bevolking

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de holocaust?
A
Andere naam voor de Tweede wereldoorlog
B
een massamoord
C
De massamoord op de Joden
D
Het discrimineren van Joden

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de grootste slag uit de Tweede Wereldoorlog - die ook meteen het begin van het einde voor Nazi-Duitsland was?
A
Slag om Engeland
B
Aanval op Pearl Harbor
C
Slag om Stalingrad
D
D-Day

Slide 9 - Quizvraag

Waarom raakt Amerika in de oorlog betrokken?
A
Engeland vraagt steun aan de VS
B
De aanval op Pearl Harbor door Japan
C
D-Day
D
De slag bij Stalingrad

Slide 10 - Quizvraag

Geallieerden: 
As Mogendheden
VS
USSR (SU)
Duitsland
Japan
Italië
Groot-Brittannië

Slide 11 - Sleepvraag

Verzet
Collaboratie 
Persoonsbewijs vervalsen
Aanmelden Waffen SS
Lid NSB
Illegale krant verspreiden
Duitse codes kraken

Slide 12 - Sleepvraag

Churchill
VS


Roosevelt
Stalin
Groot-Brittannië
USSR

Slide 13 - Sleepvraag

Jodenvervolging: welke volgorde is juist?
A
Oppakken - doorvoerkamp - concentratiekamp - vergassen.
B
concentratiekamp - oppakken - doorvoerkamp - vergassen
C
doorvoerkamp - oppakken - concentratiekamp - vergassen.
D
vergassen - doorvoerkamp - concentratiekamp - oppakken

Slide 14 - Quizvraag

Met welke gebeurtenis eindigt de Tweede Wereldoorlog?
A
De zelfmoord van Hitler
B
De overgave van Duitsland
C
De overgave van Japan
D
De Atoombommen op Japan

Slide 15 - Quizvraag

Nederland kreeg hulp van Amerika bij de wederopbouw. Dit heet de
A
Trumandoctrine
B
Marshallhulp
C
Dawesplan
D
SER

Slide 16 - Quizvraag

Het communisme wil...
A
Een sterke leider, aan wie iedereen gehoorzaam is.
B
Gelijke verdeling van bezit en macht.
C
Democratie
D
De mogelijkheid om winst te maken en rijk te worden

Slide 17 - Quizvraag

Bij het communisme:
A
Zijn er grote verschillen tussen arm en rijk.
B
Wordt gestreefd naar een maatschappij van gelijkheid.
C
Worden andere rassen als minderwaardig gezien.
D
Zijn bedrijven in handen van particuliere ondernemers.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is kapitalisme?
A
economische systeem met zo min mogelijk regels voor zoveel mogelijk winst
B
politiek systeem met zo min mogelijk regels voor zoveel mogelijk winst
C
politiek systeem voor zoveel mogelijk vrijheid
D
de opkomst van productie in fabrieken.

Slide 19 - Quizvraag

Waarom wordt de Koude Oorlog
de 'Koude' Oorlog genoemd?
Koude Oorlog.
A
Het is een oorlog gevoerd in een erg koude periode.
B
Het is een oorlog waarin veel kernwapens gebruikt worden.
C
Geen echte oorlog maar wel veel dreiging en spanning.
D
Een oorlog waarin de sfeer erg 'koel' is.

Slide 20 - Quizvraag

Hoe reageert het westen op de blokkade van Berlijn?
A
Ze bevrijden heel Berlijn
B
Ze bombarderen Berlijn
C
Ze stellen een luchtbrug in
D
Ze geven west-Berlijn op aan de Sovjets

Slide 21 - Quizvraag

Wat was de Berlijnse Muur?
A
Een muur die een oorlog in Duitsland voorkwam
B
Een muur om Oost- en West-Berlijn van elkaar te scheiden
C
Een muur in Duitsland met verder geen betekenis
D
Een muur die werd gebouwd om Oost- en West-Duitsland te scheiden

Slide 22 - Quizvraag

Wat is "het ijzeren gordijn"?
A
De scheiding tussen oost en west Europa
B
De muur tussen oost en west Berlijn
C
De naam voor vluchtelingen uit het Oostblok
D
De wapenwedloop tussen Rusland en de VS

Slide 23 - Quizvraag

Het Westen
Het Oostblok
De VS
De Sovjet-Unie (SU)
Communisme
Dictatuur
Democratie
Kapitalisme

Slide 24 - Sleepvraag

Wat was de oorzaak van de Korea-oorlog
A
Stalin stookte Noord-Korea op
B
De soldaten van de VS trokken zich terug uit dat gebied
C
China werd communistisch
D
Noord-Korea viel Zuid-Korea aan

Slide 25 - Quizvraag


                     4 gebeurtenissen
     Wat is de goede volgorde van tijd?
A
Val Berlijnse muur, Cubacris, bouw Berlijnse muur, Korea-oorlog
B
Cubacrisis, val Berlijnse muur, korea-oorlog, bouw Berlijnse muur
C
Korea-oorlog, Bouw Berlijnse muur, Cubacrisis, val Berlijnse muur
D
Bouw Berlijnse muur, Korea oorlog, val Berlijnse muur, Cubacrisis

Slide 26 - Quizvraag

Wie is dit?
A
Kennedy
B
Roosevelt
C
Stalin
D
Lenin

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de 'Trumanleer'?
A
Dat Amerika in elk land militair mag ingrijpen als zij communistisch dreigen te worden
B
Een financieel noodpakket bedoeld voor de wederopbouw van Europa
C
Het plan om Duitsland na wo2 weer democratisch te maken
D
Dat Amerika het gebruik van atoomwapens inzet bij communistische dreiging

Slide 28 - Quizvraag

Tussenstand
Wie staat aan kop?
Nog een paar vragen te gaan.....

Slide 29 - Tekstslide

wat was de DDR?
A
west-duitsland, communistisch
B
oost-duitsland, democratisch
C
oost-duitsland, communstisch
D
west-duitsland, democratisch

Slide 30 - Quizvraag

Wat was de Comecon?
A
Economisch samenwerkingsverband tussen Oostbloklanden
B
DDR ministerie van economische zaken.
C
Militair samenwerkingsverband tussen Oostbloklanden.
D
De Communistische Partij van de DDR.

Slide 31 - Quizvraag

Wat is 'waar' over Rusland?
A
Het is officieel democratisch
B
Rusland begint steeds meer communistische aspecten te krijgen
C
Doet niet aan oorlogen, slechts militaire acties
D
Poetin is een dictator

Slide 32 - Quizvraag

Welke zin is NIET waar over Poetin?
A
Hij heeft de zwarte band in judo
B
Hij zegt geen godsdienst te hebben
C
Hij is al sinds 2000 aan de macht in Rusland
D
Hij was ooit een Sovjet spion

Slide 33 - Quizvraag

Waarom komt Poetin al een jaar niet meer buiten Rusland?
A
Als statement: er gaat niets boven Rusland
B
Te druk met de oorlog
C
Ziekte en vermoeidheid
D
Er is een internationaal arrestatiebevel van kracht

Slide 34 - Quizvraag

Nog één vraag
Voor verdubbeling van je punten

Slide 35 - Tekstslide

Waarom heeft Rusland Oekraïne aangevallen, volgens de Russen zelf?
A
Oekraïne begon met de oorlog voeren in de Donbas Regio.
B
Rusland wil de Russen die in oost Oekraïne wonen beschermen.
C
Oekraïne is in handen van Neo Nazi's.
D
Oekraïne bestaat niet niet als land en heeft nooit bestaan, het is deel van Rusland.

Slide 36 - Quizvraag

Voor de volgend keer
-Iets anders dan een Quiz
-Ideeën, laat het me weten
-Bij gebrek aan ideeën, een film/docu

Slide 37 - Tekstslide