MAANDAG 16 DECEMBER

MAANDAG 16 DECEMBER
We kijken het huiswerk na en gaan daarna verder met 
paragraaf 3.

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

MAANDAG 16 DECEMBER
We kijken het huiswerk na en gaan daarna verder met 
paragraaf 3.

Slide 1 - Tekstslide

Aan de slag
Cursus 7, paragraaf 1, opdracht 1 t/m 5

HUISWERK VOOR MAANDAG 16 DECEMBER.

Slide 2 - Tekstslide

Linker rij:
Ketelstraat
Amstel
Praxis
Italiaans
Transavia
Alpen
Llidl
Eindhoven
Nike
KAPITALEN (=hoofdletters)
Rechter rij:
medemens
indruk
noordoosten
uiteraard
september
kleurpotlood
eigennaam
lente
sluisdeur
MINUSKELS (= kleine letters)

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 2
1 meester Frits ten Have
2 hovenier Uit den Boogaard
3 Elianne van der Vlist
4 voetballer El Ahmadi
5 directeur Van de Kraats-in ‘t Veld
6 schrijfster Naima el Bezaz

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 3
a Alle verhalen eindigen gelukkig, als je maar op tijd stopt. Dat zei een topschrijfster.
b Ik ga je niet langer helpen, als je niet beter je best doet. Bekijk het maar!
c De premier verdient goed, maar sommige bestuurders krijgen meer. Ik vind dat raar.
d Zijn jullie kampioen geworden? Dat is supergaaf, man! Nu kom je in de 1e klasse.
e Wie heeft de suiker in de erwtensoep gedaan? De hele compagnie heeft het eten laten staan.
f ‘Kijk uit!’ riep de metselaar naar zijn collega, want er viel een baksteen van de steiger.


Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 4
1 Is de Franse Mont Blanc of de Elbroes in de Kaukasus de hoogste berg van Europa?
2 De 65+’ers betoogden op het Haagse Malieveld, omdat ze gratis OV willen.
3 Gaat Maria van der Laak met haar hondje Chelsey in het zuiden van ons land wonen?
4 Als in juni bij H&M de opruiming begint, gaat Berry elke zaterdag op koopjesjacht.
5 Bezocht mevrouw Van der Most-ten Hag deze herfst hotel Boszicht aan de Veldweg?
6 Doordat Icarus te dicht bij de zon vloog, stortte hij in de Egeïsche Zee.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 5
Klimmen gaat gepaard met veel blessures. Je kunt zomaar een spier verrekken of een vinger uit de kom trekken, doordat er enorme krachten op je lichaam staan. Wanneer je buiten klimt, is er vaak geen touw aanwezig, zodat je dat van beneden moet meenemen. En wat als je vanaf een meter of 25 meter naar beneden valt? Als je pech hebt, breek je je benen of kom je op je hoofd terecht. In de bergen vallen vaak stenen naar beneden. Daarom is het verstandig om een helm te dragen, want die beschermt je enigszins, maar niet tegen de grotere rotsblokken. Wil jij voor een sport je leven op het spel zetten? Denk daar eerst maar eens heel goed over na!
Naar: de beste10.nl

Slide 7 - Tekstslide

De hoofdletters en leestekens;
Kan ik goed gebruiken in een zin.
Vind ik nog lastig om goed te gebruiken.
Gebruik ik zelden tot nooit goed.

Slide 8 - Poll

Extra oefenen?
https://www.cambiumned.nl

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Paragraaf 3 Meervouden
Je leert meervouden te spellen.

Slide 11 - Tekstslide

Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op en:
– fiets – fietsen; stok – stokken; bedrag – bedragen; korf – korven; laars – laarzen.
Daarnaast zijn er zelfstandige naamwoorden met een meervoud op s of ’s:
– toren → torens; baby → baby’s.

Slide 12 - Tekstslide

Zo maak je een meervoud op en
Zet en achter het enkelvoud: aardbei → aardbeien; hand → handen; kerk → kerken.
Soms moet je nog iets extra’s doen:
  • de laatste letter verdubbelen: kruk → krukken; stal → stallen; vos → vossen;
  • een a, e, o of u weglaten: haar → haren; kreet → kreten; boog → bogen; vuur → vuren;
  • een f veranderen in een v: verblijf → verblijven; wolf → wolven;
  • een s veranderen in een z: prijs → prijzen; sluis → sluizen;
  • een a, e, o of u weglaten en een f veranderen in een v of een s in een z: slaaf → slaven; doos → dozen.

Slide 13 - Tekstslide

Je schrijft een s achter het enkelvoud:
– haven → havens; café → cafés; garage → garages.
Je schrijft ’s (apostrof + s) achter het enkelvoud:
– bij woorden op a, i, o, u of y: lama → lama’s; taxi → taxi’s; jojo → jojo’s; paraplu → paraplu’s; lolly → lolly’s;
– bij afkortingen: pc’s, havo’s, tv’s, WK’s.
Let op: bij woorden die eindigen op twee of drie klinkers die samen één klank vormen, schrijf je in het meervoud de s aan het woord vast:
– bureau → bureaus; etui → etuis; cowboy → cowboys.

Maar: paria’s en radio’s, want hier worden de klinkers apart uitgesproken: pa-ri-a, ra-di-o.

Slide 14 - Tekstslide

Zo maak je het meervoud van woorden op ee en ie

Als het enkelvoud eindigt op ee, maak je het meervoud met s of met ën:
– dictee → dictees; ree → reeën; trofee → trofeeën.
Als het enkelvoud eindigt op ie, is de meervoudsvorm afhankelijk van de klemtoon:
– als de klemtoon op de lettergreep met ie valt, dan voeg je ën toe: melodie → melodieën;
– als de klemtoon op een andere lettergreep valt, voeg je een s toe (traditie → tradities) of een n. In het laatste geval krijgt de e een trema (porie → poriën).

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag 
Paragraaf 3; Meervouden
Opdracht 1 t/m 7

Huiswerk voor 7 januari!!

Slide 16 - Tekstslide