In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
De koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland
De VOC-tijd (1596-1799)
Slide 1 - Tekstslide
LEZEN INTRO
MAKEN PARAGRAAF 1 + 2 + 3 IN JE WERKBOEK
Slide 2 - Tekstslide
§ 1.1 Wat deed de VOC in Oost-Indië?
Slide 3 - Tekstslide
Republiek wordt handelscentrum van Europa
Slide 4 - Tekstslide
Specerijen
Erg interessant, meer smaak, langere houdbaarheid, medicijn.
Groeit alleen in Zuidoost-Azië.
Door lange route, met veel tussenhandel zijn specerijen peperduur.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Wat is geen specerij?
A
Peper
B
Nootmuskaat
C
Zout
D
Foelie
Slide 7 - Quizvraag
Molukken
kruidnagel nootmuskaat foelie
Slide 8 - Tekstslide
De verschillende handelsroutes vanuit Azië
Slide 9 - Tekstslide
Waarom waren de oude routes niet meer goed genoeg?
Slide 10 - Open vraag
Europese landen willen zelf winst maken
De Portugezen ontdekken de route naar Azië
Vasco da Gama maakt als eerste Europeaan de zeereis naar India (1498)
Portugezen houden deze Carreira da India strikt geheim
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Nederlanders willen dat ook!
Spionage!
Jan Huygen van Linschoten reist mee en beschrijft de reis in zijn Itinerario
Slide 13 - Tekstslide
De Itinerario, of Voyage ofte schipvaert, naer Oost ofte Portugaels Indien (...enz. enz.), was meer dan alleen een routekaart.
Er stonden heel veel tekeningen in van vreemde kusten, dieren, mensen en hun rituelen. De Nederlanders keken hun ogen uit.
Slide 14 - Tekstslide
Eerste Nederlanders in Azië
Cornelis de Houtman komt in 1596 als eerste Nederland in Oost-Indië aan
Opbrengst net voldoende om de kosten eruit te krijgen, vooral door verkeerde ruilmiddelen.
Toch is het doel bereikt: een route via Kaap de Goede Hoop is bewezen
Slide 15 - Tekstslide
Nieuw probleem!
Steeds meer Nederlandse (compagnieën) bedrijven gaan naar Indië varen.
Hierdoor ontstaat veel concurrentie tussen Nederlanders onderling
De prijs van de specerijen daalt hierdoor snel, de winst dus ook
Slide 16 - Tekstslide
Verenigde Oostindische Compagnie (1602)
Nederlandse regering (Staten-Generaal) grijpt in.
Compagnieën moeten samengaan in één bedrijf.
Hierdoor gaan ze concurrentie tegen en kunnen de winsten ook gebruikt worden in de oorlog tegen Spanje
Slide 17 - Tekstslide
Doel: handelsmonopolieop de specerijenhandel ten oosten van Kaap de Goede Hoop
Slide 18 - Tekstslide
Wat betekent het woord handelsmonopolie?
A
De vorst levert de specerijen aan Nederland
B
Nederland heeft als enige het recht om met deze vorst te handelen
C
De vorst mag met iedereen handelen met wie hij wilt
D
De prijs van het product hang af van de vraag
Slide 19 - Quizvraag
Was de bevolking van de Indonesische eilanden blij met het handelsmonopolie van de VOC?
A
Ja
B
Nee
Slide 20 - Quizvraag
Hoe?
Uitschakelen van concurenten
Bouwen van handelposten (Batavia)
Contracten met inheemse vorsten
Opbouwen van handelsnetwerk in Azië
Indien nodig: veel geweld
Slide 21 - Tekstslide
Jan Pieterszoon Coen
Berucht vanwege het gebruik van geweld
Vermoorden of verbannen van de bevolking van de Banda-eilanden
Hongitochten, speciale strafexpedities om smokkelen tegen te gaan
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
§ 1.2 Het bestuur van Nederlands-Indië?
Slide 24 - Tekstslide
1799: Einde VOC
Engeland krijgt steeds sterkere vloot
Minder vraag naar producten van de VOC
Vierde Nederlands-Engelse oorlog (1780-1784)
Slecht bestuur en corruptie
Slide 25 - Tekstslide
Nederlands-Indië
nieuwe naam
Nederlandse staat neemt bezittingen en schulden van VOC over
Slide 26 - Tekstslide
Waarom nam de staat alle bezittingen van de VOC over?
A
De staat moest wel anders ging de staat ook failliet
B
De staat wilde op die manier de VOC redden
C
De staat was van mening dan in Indonesië nog steeds veel geld te verdienen was
D
De staat wilde af van de VOC omdat deze te machtig aan het worden was
Slide 27 - Quizvraag
Na het Failliet
van de V.O.C. werden de bezittingen van de Nederlandse staat.
Je spreekt sindsdien van de kolonie
Nederlands Indie.
Slide 28 - Tekstslide
DAGELIJKS BESTUUR
MET BEHULP VAN INDONESISCHE FAMILIES EN ADEL
RESISENTEN-REGENTEN-DORPSHOOFDEN
VERLIES!
NIEUWE MANIER VAN BESTUREN : Johannes van den Bosch
1830: CULTUURSTELSEL
CULTUURPRODUKTEN (20%) AFSTAAN ALS PACHT
KOFFIE, SUIKER, TABAK, INDIGO
Slide 29 - Tekstslide
Bestuur tijdens het cultuurstelsel
Nederland laat het bestaande, inlandse (Javaanse) bestuur intact
Nederland plaats boven en naast dit inlandse bestuur, een eigen, binnenlands, bestuur met Nederlandse ambtenaren van de NHM (Nederlandsche Handelsmaatschappij)
Gouverneur-Generaal
Gouverneur
Resident
Binnenlands bestuur
Assistent-resident
Regent
Inlands bestuur
Districtshoofd
Onderdistrictshoofd
Dorpshoofd
Verdeelt het werk en betaalt het plantloon uit
Hoogste ambtenaar in Nederlands-Indië
Hoofd van een provincie
Controleur
↓
↓
↓
↓
↓
↓
↓
↓
↓
↓
Javaanse vorsten
Slide 30 - Tekstslide
Waarom was het belangrijk dat het volk dacht dat de vorst nog steeds een onafhankelijke heerser was?
A
Op deze manier kon het volk makkelijk in opstand komen
B
Hierdoor wist het volk duidelijk wie de baas was
C
Op deze manier kon het volk de vorst afzetten
D
Het leek dan alsof er niks veranderd was en het volk bleef rustig
Slide 31 - Quizvraag
§ 1.3 Honger voor de Indonesiërs
Slide 32 - Tekstslide
Negatieve gevolgen voor cultuurstelsel
Beste land moest voor het cultuurstelsel worden gebruikt
Meer dan 20% afstaan + belasting (corruptie regenten)
Door cultuurproducten minder rijst: gevolg:Hongersnoden
66 dagen per jaar werken voor het Nederlands bestuur: GRATIS!