Thema 2, εἰμι, εἶμι en φήμι
1 / 13
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Vertaal:
εἴην
εἴην
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Vertaal: εἶ (2x)
Slide 5 - Open vraag
Vertaal: ᾔει
Slide 6 - Open vraag
Vertaal: ἴωμεν
A
wij gaan
B
mogen wij gaan
C
laten wij gaan
D
wij gingen
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
εἰμι (zijn)
εῖμι (gaan)
beide
ἴων
ὦμεν
εἶ
εἰσί(ν)
ἴοιμι
ἦμεν
εἶμι
ᾖα
ἴωσιν
εἶεν
ᾖτε
εἶναι
Slide 9 - Sleepvraag
Slide 10 - Tekstslide
πάρεισι(ν)
Selecteer de juiste antwoorden
Selecteer de juiste antwoorden
A
hij is aanwezig
B
hij gaat naar
C
zij zijn aanwezig
D
zij gaan naar
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
φάσι(ν)
A
hij zegt
B
zij zeggen
C
hij zei
D
zij zeiden
