AK SO Systeem Aarde deel 2

SO Systeem aarde deel 2: Endogene en exogene krachten
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

SO Systeem aarde deel 2: Endogene en exogene krachten

Slide 1 - Tekstslide

SO Systeem Aarde
  • Dit is een openboek SO. Je mag je leerboek gebruiken, maar probeer zoveel vragen zelf te beantwoorden.

  • Het SO bestaat uit  een aantal meerkeuzevragen en open vragen.

  • Je hebt 45 minuten voor de SO. 
  • Ben je eerder klaar? Dan kan je verder leren voor de toets :)

  •  Succes!

Slide 2 - Tekstslide

Noem de drie soorten plaatbewegingen die er zijn

Slide 3 - Open vraag

Geef het goede antwoord.
A
Een oceanische plaat is dikker dan een continentale plaat
B
Een oceanische is zwaarder dan een continentale plaat.
C
Oceanische platen vlakbij een midoceanische rug zijn dikker dan veraf.
D
Oceanische platen zijn altijd ouder dan continentale platen.

Slide 4 - Quizvraag

Welke stelling is NIET waar
A
Het hypocentrum is waar de aardbeving plaatsvindt in de aarde
B
Het epicentrum is op het aardoppervlak recht boven de aardbeving.
C
Hoe dichter bij de hotspot hoe ouder de vulkaan
D
Een hotspot vulkaan ontstaat in de asthenosfeer

Slide 5 - Quizvraag

Kies het foute antwoord
A
Een trog ontstaat bij subductie.
B
Een trog kan ontstaan bij divergentie en convergentie.
C
De diepste trog ligt in de Grote Oceaan.
D
Een trog kan kilometers diep worden.

Slide 6 - Quizvraag

Een geoloog met hoogtevrees, welke vulkaan kan hij het best beklimmen ?
A
Stratovulkaan.
B
Schildvulkaan.
C
Caldera.
D
Hotspotvulkaan.

Slide 7 - Quizvraag

Noteer de twee processen van Systeem Aarde

Slide 8 - Open vraag

Wanneer ontstaat een eilandboog
A
Bij hotspots
B
Bij subductie van een oceanische plaat onder continentale plaat
C
Bij subductie van een oceanische plaat onder een oceanische plaat
D
Bij divergentie van twee oceanische platen

Slide 9 - Quizvraag

wortels van boom maken steen kapot
Bergdal gevormd door gletsjer
Beeld aangetast door zure regen

Slide 10 - Sleepvraag

De 4 sferen van het systeem aarde
Atmosfeer
Hydrosfeer
Lithosfeer
Biosfeer

Slide 11 - Sleepvraag

Verzilting kun je voorkomen door drainage.
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quizvraag

Van welk proces is sprake op de foto?
A
verzilting
B
bodemerosie
C
verwering
D
verwoestijning

Slide 13 - Quizvraag

Welke uitspraken zijn juist?
A
Bodemerosie is het gevolg van afspoeling van water van hellingen
B
In een gebied met landdegradatie is de productie van voedsel en hout afgenomen
C
Bij duurzaam grondgebruik is er een evenwicht tussen het gebruik door de mens en de mogelijkheden van de aanwezige natuurlijke hulpbronnen
D
Verzilting kan een van de oorzaken zijn van landdegradatie

Slide 14 - Quizvraag

Een geograaf doet twee uitspraken over verwering.

I Chemische verwering is een snel proces dat plotseling plaatsvindt.

II Fysische verwering is een traag proces dat pas na verloop van tijd effect te
zien geeft.

A
I en II zijn juist
B
I en II zijn onjuist
C
I is onjuist en II is juist
D
I is juist en II is onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Bekijk de bron hiernaast.
In welke rij staan de juiste begrippen?
A
1 = binnenkern, 2 = buitenkern, 3 = convectie, 4 = mantel, 5 = lithosfeer
B
1 = kern , 2 = warmte uitstraling, 3 = convectie, 4 = mantel, 5 = korst
C
1 = kern , 2 = asthenosfeer, 3 = warmte uitwisseling, 4 = mantel, 5 = lithosfeer
D
1 = binnenkern , 2 = buitenkern, 3 = convectie, 4 = asthenosfeer, 5 = korst

Slide 16 - Quizvraag

Opgave: Verwering
Bekijk de bronnen:

Slide 17 - Tekstslide

Opgave: Verwering
Bekijk de bronnen:


Slide 18 - Tekstslide

Welke vorm van verwering (hoofd- en subtype noemen) komt het meeste voor in gebied 4?
Licht je antwoord toe.

Slide 19 - Open vraag

Welke vorm van verwering (hoofd- en subtype noemen) komt het meeste voor in gebied 6?
Licht je antwoord toe.

Slide 20 - Open vraag

Om metamorf gesteenten te vormen zijn twee dingen nodig, welke zijn dat?
A
Lucht en water
B
Temperatuur en zuren
C
Druk en temperatuur
D
Water en zuren

Slide 21 - Quizvraag

Sedimentgesteente
Stollingsgesteente
Metamorf gesteente
Kalksteen
Zandsteen
Marmer
Leisteen
Graniet
Basalt

Slide 22 - Sleepvraag

Zet de plaatgrenzen op de juiste locatie
Divergent
Divergent
Divergent
Convergent
Convergent
Transform

Slide 23 - Sleepvraag

Bekijk de bron. Leg uit waarom de
oude vulkanen kleiner zijn.

Slide 24 - Open vraag

Bekijk de bron. Waarom zijn er weinig
hotspots onder de continentale korst?

Slide 25 - Open vraag

Vloeibaar
Stroperig & gasrijk
Vloeibaar
Effussief
Explosief
Effussief
Schild
Schild
Strato
Breukgebergte
Plooiingsgebergte

Slide 26 - Sleepvraag

Sleep de juiste foto/begrippen naar het juiste type gesteente
Stollingsgesteente
Sedimentgesteente
Metamorf gesteente
Marmer
Diamant
Basalt
Graniet
Bij het ontstaan van dit type gesteente heeft de wind of water een grote invloed
Combinatie van druk & warmte erg belangrijk
Begint bij magma
Kalksteen
Zandsteen

Slide 27 - Sleepvraag

Sleep de hotspots naar de juiste plek in de afbeelding
Sedimentgesteente
Als sedimentgesteente onder druk of hitte verandert
Als sedimentgesteente smelt
Als metamorf gesteente smelt
Stollingsgesteente
Als er bij stollingsgesteente sprake is van vewering en/of erosie
Als er bij metamorf gesteente sprake is van vewering en/of erosie
Als stollingsgesteente weer smelt
Als stollingsgesteente door hitte of druk verandert

Slide 28 - Sleepvraag

Vergelijk de subductiezone van de Australische plaat met die van
de Nazcaplaat. Welk verschil kun je bij deze subductiezone
herkennen in de spreiding van de vulkanen op de Indonesische
eilanden en die van de vulkanen in de Andes.

Slide 29 - Open vraag

Geef een verklaring voor het afwijkende patroon bij de Andes.
Je antwoord moet een oorzaak-gevolg relatie bevatten.

Slide 30 - Open vraag


Slide 31 - Open vraag


Slide 32 - Open vraag


Slide 33 - Open vraag


Slide 34 - Open vraag

In het zuidoosten van Turkije vindt op grote schaal irrigatie plaats.
A. Verklaar hoe irrigatie kan leiden tot landdegradatie.
B. Hoe heet deze vorm van landdegradatie?
C. Beschrijf hoe men deze vorm van landdegradatie kan voorkomen.

Slide 35 - Open vraag

Welke twee factoren kan tot bodemerosie leiden?
Licht je antwoord toe.

Slide 36 - Open vraag

Leg uit dat verwoestijning vaak leidt tot bodemerosie. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 37 - Open vraag

De wederzijdse beïnvloeding tussen men en natuur kan juist in het Midden-Oosten leiden tot landdegradatie. Noteer twee vormen van landdegradatie die in het Midden-Oosten veel voorkomen.

Slide 38 - Open vraag

Geef voor elke vorm van landdegradatie aan op welke wijze de wisselwerking tussen mens en natuur leidt tot deze vorm.

Slide 39 - Open vraag

Boeren in het Middelandse Zeegebied hebben van oudsher hun landbouwmethoden aangepast aan de waterschaarste. Noteer twee andere aanpassingen aan de waterschaartse in de landbouw.

Slide 40 - Open vraag

Klaar!
Hoe goed heb je de SO gemaakt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll

Einde van de SO 

Slide 42 - Tekstslide