Welke vorm van verwering (hoofd- en subtype noemen) komt het meeste voor in gebied 4? Licht je antwoord toe.
Slide 19 - Open vraag
Welke vorm van verwering (hoofd- en subtype noemen) komt het meeste voor in gebied 6? Licht je antwoord toe.
Slide 20 - Open vraag
Om metamorf gesteenten te vormen zijn twee dingen nodig, welke zijn dat?
A
Lucht en water
B
Temperatuur en zuren
C
Druk en temperatuur
D
Water en zuren
Slide 21 - Quizvraag
Sedimentgesteente
Stollingsgesteente
Metamorf gesteente
Kalksteen
Zandsteen
Marmer
Leisteen
Graniet
Basalt
Slide 22 - Sleepvraag
Zet de plaatgrenzen op de juiste locatie
Divergent
Divergent
Divergent
Convergent
Convergent
Transform
Slide 23 - Sleepvraag
Bekijk de bron. Leg uit waarom de oude vulkanen kleiner zijn.
Slide 24 - Open vraag
Bekijk de bron. Waarom zijn er weinig hotspots onder de continentale korst?
Slide 25 - Open vraag
Vloeibaar
Stroperig & gasrijk
Vloeibaar
Effussief
Explosief
Effussief
Schild
Schild
Strato
Breukgebergte
Plooiingsgebergte
Slide 26 - Sleepvraag
Sleep de juiste foto/begrippen naar het juiste type gesteente
Stollingsgesteente
Sedimentgesteente
Metamorf gesteente
Marmer
Diamant
Basalt
Graniet
Bij het ontstaan van dit type gesteente heeft de wind of water een grote invloed
Combinatie van druk & warmte erg belangrijk
Begint bij magma
Kalksteen
Zandsteen
Slide 27 - Sleepvraag
Sleep de hotspots naar de juiste plek in de afbeelding
Sedimentgesteente
Als sedimentgesteente onder druk of hitte verandert
Als sedimentgesteente smelt
Als metamorf gesteente smelt
Stollingsgesteente
Als er bij stollingsgesteente sprake is van vewering en/of erosie
Als er bij metamorf gesteente sprake is van vewering en/of erosie
Als stollingsgesteente weer smelt
Als stollingsgesteente door hitte of druk verandert
Slide 28 - Sleepvraag
Vergelijk de subductiezone van de Australische plaat met die van de Nazcaplaat. Welk verschil kun je bij deze subductiezone herkennen in de spreiding van de vulkanen op de Indonesische eilanden en die van de vulkanen in de Andes.
Slide 29 - Open vraag
Geef een verklaring voor het afwijkende patroon bij de Andes. Je antwoord moet een oorzaak-gevolg relatie bevatten.
Slide 30 - Open vraag
Slide 31 - Open vraag
Slide 32 - Open vraag
Slide 33 - Open vraag
Slide 34 - Open vraag
In het zuidoosten van Turkije vindt op grote schaal irrigatie plaats. A. Verklaar hoe irrigatie kan leiden tot landdegradatie. B. Hoe heet deze vorm van landdegradatie? C. Beschrijf hoe men deze vorm van landdegradatie kan voorkomen.
Slide 35 - Open vraag
Welke twee factoren kan tot bodemerosie leiden? Licht je antwoord toe.
Slide 36 - Open vraag
Leg uit dat verwoestijning vaak leidt tot bodemerosie. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
Slide 37 - Open vraag
De wederzijdse beïnvloeding tussen men en natuur kan juist in het Midden-Oosten leiden tot landdegradatie. Noteer twee vormen van landdegradatie die in het Midden-Oosten veel voorkomen.
Slide 38 - Open vraag
Geef voor elke vorm van landdegradatie aan op welke wijze de wisselwerking tussen mens en natuur leidt tot deze vorm.
Slide 39 - Open vraag
Boeren in het Middelandse Zeegebied hebben van oudsher hun landbouwmethoden aangepast aan de waterschaarste. Noteer twee andere aanpassingen aan de waterschaartse in de landbouw.